25 Okt 2021 08:58 door Giselle
11
Voorzichtig, om haar make up niet volledig over haar gezicht uit te smeren, veegt Sophie de tranen van haar wangen. Ze loopt hard, alsof ze door iemand achterna gezeten wordt. Ergens had ze de hoop dat Hugo haar achterna zou komen, maar dat doet hij niet. Het is frustrerend hoe dicht bij elkaar ze het ene moment zijn en het andere moment mijlenver uit elkaar lijken te staan. Nu hij verteld heeft over het verlies van zijn gezin begrijpt ze zijn terughoudendheid, wat hij steeds achterhield. Die muur die hij om zich heen heeft gebouwd staat zo stevig dat ze er met moeite af en toe een paar stenen af weet te trekken. Echt toelaten doet hij haar niet, nog niet. Het is net na middernacht als ze bij haar ouders thuis komt. Marie zit nog op de bank. Ze hoeft alleen maar naar haar gezicht te kijken om te zien dat er iets is. Sophie ploft naast haar moeder op de bank. ‘Wijntje?’ vraagt Marie. Sophie knikt. Met een vol glas wijn komt Marie terug uit de keuken en ze reikt Sophie het glas aan. Sophie pakt het aan, houdt het tussen haar handen. ‘Wil je erover praten?’ Marie kijkt haar bezorgd aan.
‘Niet echt.’
‘Waar was je?’
‘Bij Hugo.’
‘Wat heeft hij gedaan?’
Sophie schudt haar hoofd. ‘Niks. Nou ja, niks wat ik niet wil.’
Marie vraagt niet door. Ze kijkt alleen naar haar, onderzoekend en in afwachting wat ze nog meer gaat zeggen. ‘Hugo heeft vertrouwensissues.’
‘En?’
‘En dat staat tussen ons in.’
‘Op zakelijk gebied?’
Sophie glimlacht even. ‘Nee.’
‘Mijn God, Sophie. Heb je een relatie met je baas?’
‘Geen relatie. We hebben wel gezoend enzo.’
‘Enzo?’ Marie trekt een wenkbrauw op. Sophie grinnikt, neemt een slok wijn. ‘Zeg maar niks.’
‘Voel je iets voor hem? En belangrijker nog, voelt hij iets voor jou?’
‘Ik hoop het. Het ene moment denk ik van wel, het andere moment lijkt hij onbereikbaar en weet ik het niet meer. En wat ik voor hem voel?’ Sophie zucht diep. ‘Ik ben stapelgek op hem.’
‘Weet hij dat?’
‘Geen idee. Ik heb wel gezegd dat hij zich volledig naar mij open moet stellen en me moet vertrouwen als hij me wil, maar ik weet niet of hij dat kan.’
Boven hoort Sophie de deur van de logeerkamer opengaan en Nina naar de badkamer rennen. ‘Hoeveelste keer is dat vandaag?’ vraagt ze.
‘Ik ben gestopt met tellen.’
Sophie neemt de laatste slok van haar wijn. ‘Ik ga bij haar kijken. Bedankt voor het luisteren.’
‘Je weet dat je me altijd alles kunt vertellen.’
Sophie knikt, zet haar lege glas op de salontafel en loopt de trap op naar boven. In de badkamer treft ze Nina op haar knieën voor de wc-pot. Sophie hurkt naast haar en houdt haar losse haar uit haar gezicht. ‘Gaat het, liefje?’
Nina geeft over, laat haar voorhoofd op de wc-bril rusten. ‘Ik trek dit niet, Soof. Ik dacht dat die medicijnen hielpen, maar ik ben weer net zo ziek als eerst. Misschien nog wel zieker.’
‘Heb je gegeten vandaag?’
‘Amper. Het kwam er gelijk weer uit. Drinken ook.’ Sophie ziet Nina’s buik samentrekken als ze weer overgeeft. Het is niet meer dan wat gal wat ze uitspuugt. Niet zo gek als ze bijna niks gegeten heeft vandaag. Sophie staat op en pakt een glas water. ‘Hier, drink wat.’
Nina pakt het glas van Sophie aan en neemt kleine slokjes. ‘Niet te snel,’ zegt Sophie. ‘Wil je een cracker ofzo?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Ik wil slapen.’
Sophie helpt Nina overeind en loopt mee naar de logeerkamer. ‘Als je me nodig hebt weet je me te vinden, hè?’ Nina kruipt diep onder de deken en sluit haar ogen. Sophie streelt over Nina’s gezicht totdat ze slaapt. Dan sluipt ze de kamer uit en laat zich in haar slaapkamer op bed vallen. Kiki grijpt haar kans en kruipt dicht tegen Sophie aan. Ze streelt haar zachte vacht, haar gedachten gaan terug naar eerder die avond, naar het moment waarop ze samen met Hugo in zijn auto keek naar het huis waar hij ooit gelukkig was, het huis waar hij ook alles verloor. Sophie vraagt zich af wat ze zou doen als zij alles kwijt zou raken waar ze om geeft. Misschien zou ze zichzelf ook afsluiten voor iedereen die maar bij haar in de buurt zou komen. Ze denkt dat ze pas weet wat ze doet als het haar overkomt. Sophie pakt haar telefoon, begint een berichtje te typen, maar halverwege bedenkt ze zich. Het is nogal tegenstrijdig om Hugo nu een appje te sturen, terwijl ze hem heeft gezegd dat het contact tussen hen uitsluitend zakelijk is, tenzij hij zich naar haar openstelt. Het kost Sophie verdomd veel moeite het berichtje niet alsnog te versturen, maar ze moet bij haar standpunt blijven. Ze legt haar telefoon weer weg en draait op haar zij, onder luid protest van Kiki die geïrriteerd een nieuw plekje tegen Sophie aan zoekt. Ondanks de warmte van Kiki tegen haar lijf kost het Sophie, in tegenstelling tot Nina, die in no time in slaap is gevallen, zeker een uur voor ze eindelijk in een onrustige slaap valt.
Maandagochtend vertrekt Sophie op tijd naar kantoor. Nina heeft een afspraak bij de verloskundige in verband met haar aanhoudende misselijkheid, Marie gaat met haar mee. Sophie heeft aangeboden mee te gaan, zoals ze natuurlijk met haar had afgesproken, maar Nina was van mening dat Sophie gewoon moest gaan werken en ze vond het niet erg om met Marie te gaan. Ze heeft Sophie beloofd te laten weten hoe het is gegaan, dus ze kan met een gerust hart gaan werken. Bij kantoor aangekomen zet Sophie haar fiets op slot. Vanuit haar ooghoek ziet ze iets bewegen, maar als ze opkijkt ziet ze niets. Ze haalt haar schouders op, het was vast niets. Op kantoor is het wat drukker dan normaal. Jill is op vakantie, waardoor de telefoon is doorgeschakeld naar die van Sophie en zij alle inkomende telefoontjes op haar toestel binnenkrijgt. De receptie is onbemand, dus de deur is voor de veiligheid gesloten, men kan alleen naar binnen door zich via de intercom te melden, welke ook staat verbonden met de telefoon van Sophie. Ze heeft zich eigenlijk niet eerder gerealiseerd hoeveel mensen er dagelijks bellen of op kantoor langskomen voor een afspraak met een van de makelaars of de financieel adviseur. Halverwege de dag krijgt Sophie een appje van Nina. Ze krijgt nieuwe medicatie in de hoop dat die wel aanslaat. Het is belangrijk dat ze niet verder afvalt, volgende week moet ze weer terugkomen om te bespreken hoe het dan gaat. Ze legt haar telefoon weer weg. Nina is van zichzelf al slank, nu ze zo afgevallen is heeft ze helemaal geen vet meer op haar lijf zitten. Sophie maakt zich toch behoorlijk zorgen om haar, pakt haar telefoon weer op en stuurt een berichtje met de vraag wanneer ze de week erop naar de verloskundige moet, zodat ze kan regelen dat ze met Nina mee kan. In haar antwoord stuurt Nina, naast de dag waarop ze de volgende afspraak heeft, een hoop hartjes en dankbaarheid. Sophie glimlacht en legt het toestel weer naast het toetsenbord op haar bureau. Hugo loopt haar kamer in. ‘Wat kijk je blij,’ zegt hij. ‘Mijn vriendin stuurde een lief berichtje. Nu je hier toch bent: kan ik volgende week maandag iets later beginnen? Nina moet weer naar de verloskundige en ik wil graag met haar mee.’
Hugo knikt. ‘Natuurlijk. Als je het maar in de agenda zet, anders vergeet ik het.’ Hij blijft staan. ‘Waar ik eigenlijk voor kom is om te vragen of jij de kerstborrel dit jaar wilt organiseren.’
‘Waarom ik?’
‘Waarom niet?’
Sophie haalt haar schouders op. ‘Ik ben niet zo’n organiseertalent. Het is al een wonder als ik heelhuids mijn dag doorkom.’
Hugo lacht. ‘Ik weet zeker dat je het kan. Je mag mij altijd om hulp vragen, hierin staat alles wat er moet gebeuren en het budget et cetera.’ Hij houdt een mapje omhoog en geeft het aan Sophie.
‘Als je het zeker weet,’ mompelt ze. Ze pakt het mapje van hem aan. ‘Ik weet het zeker. Ik vertrouw je.’
Met een ruk kijkt Sophie op, haar hart slaat even over als ze de warme blik in zijn ogen ziet. Ze doet haar best haar gezicht in de plooi te houden en knikt kort. ‘Oké. Komt voor elkaar.’
Zonder hem nog aan te kijken bladert Sophie door het mapje. Ze valt nog net niet van haar stoel bij het zien van het budget. Daar kan ze wel een aardig feestje voor organiseren. Sophie hoort Hugo haar kantoor uitlopen en slaakt een diepe zucht. Niet direct van alles denken, hij bedoelt natuurlijk gewoon dat hij op zakelijk gebied vertrouwen in haar heeft. Hij zou heus niet zomaar plompverloren laten vallen dat hij haar vertrouwt, niet twee dagen nadat ze hem aan de kant van de weg heeft laten staan. Zou hij zich in twee dagen hebben kunnen bedenken? Het is niet de eerste keer dat hij dat doet, ze hebben tenslotte de ene dag seks gehad en de andere dag besloot hij dat ze zakelijk met elkaar om zouden gaan. Ze vraagt zich af wie ze nou eigenlijk voor de gek willen houden. Ze voelen duidelijk iets voor elkaar. Dat Sophie iets voor hem voelt is duidelijk, ze wil hem meer dan wat dan ook. En hij, tsja. Hij is moeilijk te peilen, maar ergens voelt Sophie dat hij haar net zo graag wil als zij hem, alleen moet hij zichzelf daar nog van overtuigen. Ze kan wachten. Liever niet te lang, maar ze kan hem de tijd geven die hij nodig heeft om erachter te komen wat hij wil. Met een zucht legt Sophie het mapje voor de kerstborrel weg en richt haar aandacht weer op het dossier van de Koninginneweg, waar ze mee bezig was voor Hugo bij haar kwam. Hij wil het dossier aan het einde van de middag hebben, dus ze werkt hard door om het af te krijgen. Om tien voor vijf legt Sophie het dossier op zijn bureau. ‘Dank je,’ zegt hij. ‘Als je wil kun je al naar huis.’
Sophie kijkt verbaasd. ‘Het is nog geen vijf uur.’
‘En?’
‘Ik moet tot half zes werken.’
‘Vandaag niet. Je werkt hard genoeg, ga eens een keer op tijd naar huis.’
‘Doe jij dat ook dan?’ vraagt Sophie.
Hij lacht. ‘Ik ben je baas, ik kan je naar huis sturen als ik dat wil. Andersom werkt dat niet.’
‘Natuurlijk wel. Als jij niet voor jezelf zorgt moet iemand anders het doen.’
Hugo staat op van zijn bureaustoel en gaat vlak voor haar staan. ‘Ga naar huis, Sophie.’
Ze wil zich echt inhouden, alles in haar schreeuwt dat ze zich om moet draaien en naar hem moet luisteren, maar ze is niet sterk genoeg. Ze neemt Hugo’s gezicht tussen haar handen en kust hem. Hij laat het gebeuren, trekt haar dicht tegen zich aan. Ze ruikt zijn eau de parfum, zijn stoppelbaard prikt tegen haar gezicht. Hugo maakt zijn mond los van de hare. ‘Dit zouden we niet meer doen, Sophie.’
Ze zet een stap achteruit. ‘Sorry. Ik had mezelf niet in de hand. Ik kan beter gaan.’ Ze draait zich om en gaat naar huis. Onderweg scheldt ze hardop. Waarom is ze zo stom, waarom gebeurt dit nu steeds? Waarom kan ze niet bij hem in de buurt zijn zonder hem aan te willen raken, zonder hem te willen zoenen? Ze fietst stevig door, moet stevig op de rem wanneer een automobilist haar bijna van haar sokken rijdt. Hoofdschuddend kijkt ze de grote auto na, waarna ze verder naar huis fietst. Bij haar ouders aangekomen zet Sophie haar fiets in de schuur. De tafel is al gedekt, ze eten met z’n vieren. Nina eet mondjesmaat, halverwege de maaltijd rent ze naar de wc om alles er weer uit te gooien. Na het eten trekken ze zich terug op de kamer van Sophie. Nina ligt op haar bed met een kussen tegen haar buik, Sophie installeert zich in de fauteuil naast het bed met haar benen onder zich gevouwen en Kiki op schoot. ‘Ik heb Hugo gekust vanmiddag,’ zegt ze. ‘Dat is niet handig van je,’ antwoordt Nina. Sophie zucht. ‘Vertel mij wat. Het lijkt wel een verslaving, ik kan gewoon niet in zijn buurt komen zonder hem te willen.’
‘Waarom vindt hij het zo moeilijk om zich te binden, om zich naar je open te stellen?’
Sophie twijfelt of ze haar alles vertelt, maar besluit dat zijn verhaal te persoonlijk is, dat hij zelf mag bepalen of anderen weten dat en hoe hij zijn gezin verloor. ‘Zijn vrouw is overleden, ik denk dat hij bang is dat hij weer iemand verliest van wie hij houdt.’
‘Wat vreselijk. Ik denk dat zoiets er inderdaad wel flink inhakt.’
Sophie knikt, zonder iets te zeggen. Rond tien uur verplaatst Nina zich van Sophies bed naar dat van haar en kruipt Sophie ook onder de wol.
De rest van de week is Sophie druk met het aannemen van telefoontjes, die telefoontjes doorverbinden, klanten verwelkomen, dossiers afhandelen en het organiseren van de kerstborrel. Op donderdag is ze de halve middag kwijt aan het prikken van de datum, het zoeken en boeken van de locatie en het bepalen van de dresscode. Aangezien de locatie redelijk chic is, kiest ze voor black tie. Ze maakt alvast een opzet voor de uitnodiging en sluit dan haar laptop af. Onderuitgezakt in haar stoel staart ze wat voor zich uit. Het is kwart voor zes, maar ze heeft geen zin om naar huis te gaan. Sophie stuurt een appje naar haar moeder dat ze niet op haar hoeven te wachten met eten. Met haar telefoon in haar handen blijft Sophie vervolgens zitten. Wat zal ze nu doen? Ze kan nog een dossier afmaken als ze wil, ze kan zich ook gaan bezatten in de een of andere bar. Allebei is natuurlijk ook een mogelijkheid, dus ze zet haar laptop weer aan en pakt een van de dossiers op de stapel voor zich. Het is uiteraard juist een wat lastiger dossier, met een woning die anders is dan anderen en ze is er dan ook langer mee bezig dan normaal. Pas om kwart voor zeven is ze klaar. Opnieuw zet ze de laptop uit en ze staat op om weg te gaan. In de gang botst ze bijna tegen Hugo aan. ‘Wat doe jij hier nog?’ vraagt hij verbaasd. ‘Ik dacht dat ik hier nog alleen was.’
‘Niet dus. Ik wilde niet naar huis, dus ik heb het dossier van de Kuipershaven nog afgemaakt. En nu was ik eigenlijk van plan me te gaan bezatten.’
‘Waar?’
Ze schokschoudert. ‘Geen idee. Ergens waar drank is.’
‘Wil je gezelschap? Ik heb ook wel behoefte aan een stevige borrel.’
'Jij mag me altijd gezelschap houden,' flapt ze eruit.
‘Kom op, dan.’ Hugo pakt haar bij de hand en trekt haar mee naar buiten. Hij sluit het kantoorpand af en ze stappen in zijn auto. ‘Als jij je wil bezatten is het niet handig dat je met de auto bent,’ merkt Sophie op.
‘Je hebt gelijk. Ik zet mijn auto eerst wel thuis, dan nemen we vanaf daar een taxi.’ Hugo rijdt naar het oude centrum, parkeert de auto in de ondergrondse parkeergarage en kijkt Sophie dan vragend aan. ‘Waar gaan we heen?’
Ze bijt op haar onderlip. ‘Jij hebt thuis ook drank, toch?’
‘Ja. Nodig je jezelf nu bij mij thuis uit?’ vraagt hij met een plagende toon in zijn stem.
‘Zoiets. Als je dat niet wilt kunnen we ook naar AJ’s gaan, of Zaal 24.’
‘Veel te veel mensen. We gaan naar boven.’ Weer pakt hij Sophie bij de hand, trekt haar mee naar de lift waar hij op het bovenste knopje drukt. Zwijgend staan ze tegenover elkaar, Sophie bekijkt hem vanonder haar wimpers. Zijn das hangt losjes om zijn nek, zijn knappe gezicht staat ontspannen. Hij ziet er sowieso ontspannen uit, het lijkt wel alsof hun rollen zijn omgedraaid. Voorheen was Sophie degene die overal fluitend doorheen ging, nu doet hij dat. Het is iets van de laatste dagen, maar het valt wel op. In zijn appartement ploft ze op de bank, Hugo schenkt twee glazen likeur in, komt naast Sophie zitten en geeft haar een van de glazen. Hij klinkt zijn glas tegen dat van Sophie, tegelijk nemen ze een slok. De drank brandt in haar keel, maar ze trekt zich er niks van aan. Een tweede slok volgt en nog een derde. ‘Heb je haast?’ hoort ze Hugo naast zich vragen. ‘Niet per se.’ Ze neemt nog een slok, erg veel is het niet meer. ‘Wil je nog?’ Hugo houdt de fles al omhoog. ‘Ja.’ Sophie houdt haar glas bij zodat hij de drank weer in kan schenken. Het tweede glas gaat er eveneens in als limonade. Na het derde staat Sophie op om naar het toilet te gaan, althans, ze doet een poging daartoe. Hugo pakt haar net op tijd vast, ze tolt op haar benen. ‘Doe je rustig aan?’ Doordringend kijkt hij Sophie aan. Ze knikt, vervolgt haar weg naar het toilet en gaat op de pot zitten. Met haar hoofd in haar handen brengt ze er de komende minuten door. Hugo bonst op de deur. ‘Sophie, alles oké?’
Ze glimlacht, sleept zich van de wc af, wast haar handen en opent de deur. Ze wankelt, Hugo pakt haar weer vast. ´Voorzichtig meisje,’ zegt hij. Sophie slaat haar armen om zijn nek. ‘Ik moet je iets vertellen.’
‘Wat dan?’
Ze buigt zich naar hem toe, fluistert in zijn oor. ‘Ik ben zo vreselijk verliefd op je.’
‘Oh, nee toch, Sophie.’ Hij fluistert nu ook. ‘Waarom nou?’
Ze geeft geen antwoord, legt haar hoofd tegen zijn schouder, voelt hoe hij zijn sterke armen om haar heen slaat. Hij kust haar op haar voorhoofd, ze sluit haar ogen. ‘Ik weet dat je hetzelfde voelt, Hugo,’ zegt ze zachtjes. ‘Je durft het alleen niet toe te geven.’
Hij zegt niks, houdt haar alleen vast. ‘Blijf je bij me vannacht?’ vraagt hij dan.
‘Alleen vannacht?’
‘Ik kan je niet beloven dat ik je kan geven wat je nodig hebt, maar ik wil je nu niet laten gaan.’
Ze heft haar hoofd naar hem op, hun lippen vinden elkaar in een zachte kus. ‘Is dat een ja?’ mompelt hij tussen hun kussen door. ‘Ja,’ antwoordt ze. Hij blijft haar zoenen, laat zijn handen langs haar rug naar haar billen glijden. Met gemak tilt hij haar op, ze slaat haar benen om zijn lijf. Hugo draagt haar naar zijn slaapkamer, legt haar voorzichtig op zijn bed. Ze vrijen, het is zacht en teder en passievol. In tegenstelling tot de eerste keer weet Sophie zeker dat dit geen pure lust is. Hugo draait zich bovenop haar, hij kust haar gezicht, haar mond, haar hals. ‘Waar heb ik jou toch aan verdiend?’
‘Je bent een goed mens, Hugo. Jij verdient alle geluk en liefde van de wereld.’
Hij glimlacht, kust haar zachtjes. Sophie wurmt zich onder hem vandaan, kruipt dicht tegen hem aan met haar hoofd op zijn borst. Met zijn armen om haar heen valt ze in een diepe slaap.
De volgende morgen wordt Sophie vroeg wakker. De plek naast haar in bed is leeg. Ze heeft niet gemerkt dat Hugo is opgestaan. Het is stil in het appartement. Sophie verzamelt haar kleding die her en der door de slaapkamer verspreid ligt en kleedt zich aan. ‘Hugo?’ Ze loopt de woonkamer in, Hugo is er niet. Is hij nu zomaar weggegaan? Het lijkt er wel op. Naarstig zoekt Sophie naar haar telefoon, ze ziet hem niet liggen. Ze hoort iets trillen, dat zal haar telefoon zijn. Het geluid klinkt dichtbij, ze focust erop en vindt haar telefoon op de grond naast de bank. Die is vast uit haar zak gegleden toen ze de vorige avond bijna omviel bij het opstaan om naar de wc te gaan. Sophie pakt het toestel op en beantwoordt het telefoontje. ‘Hallo?’
‘Met Hugo.’
Haar hart begint sneller te kloppen. ‘Waar ben je?’
‘Op kantoor. Ik heb een taxi voor je gebeld. Ga naar huis, fris je op en kom dan ook hierheen, oké?’
‘Ja, oké. Tot zo.’ Ze verbreekt de verbinding, trekt bij het verlaten van het appartement de deur achter zich dicht en neemt de lift naar de begane grond. De taxi komt net aanrijden, ze stapt in en geeft het adres van haar ouders door. Marie ziet haar uitstappen en komt direct naar buiten. ‘Waar was je in godsnaam? Ik heb me vreselijk zorgen gemaakt.’
‘Ik heb ergens anders geslapen vannacht,’ antwoordt Sophie.
‘Waar?’
‘Dat maakt niet uit. Ik ga douchen.’ Sophie rent de trap op naar de badkamer, gooit haar kleding in de wasmand en springt onder de douche. Na de snelle douche trekt ze schone kleding aan, doet haar haar in een rommelige knot en werkt haar make up bij. Buiten de badkamer staat Nina haar op te wachten. ‘Ga je mij wel vertellen waar je was vannacht?’
Sophie rolt even met haar ogen. ‘Ik moet echt weg.’
‘Vertel het me, dan breng ik je.’
‘Oké. Jij je zin.’
Ze stappen in de auto, waar Nina haar verwachtingsvol aankijkt. ‘Kijk niet zo,’ zegt Sophie. ‘Het is vast geen verrassing voor je waar ik was.’
‘Bij Hugo.’
‘Ja.’
Nina start de auto en rijdt de straat uit. ‘Hoe ging het?’ vraagt ze.
‘We hebben wat gedronken, ik heb hem verteld dat ik verliefd op hem ben. Hij vroeg of ik bij hem wilde blijven vannacht en ik heb ja gezegd.’
‘Heb je het met hem gedaan?’
‘We hebben de beste, heerlijkste en meest opwindende seks ooit gehad.’
‘En hoe gaat het nu verder?’
Sophie haalt haar schouders op. ‘Ik zie hem zo op kantoor. Ergens denk ik dat hij me weer vertelt dat het fijn was, maar dat het niet had mogen gebeuren en dat het beter is als we voortaan zakelijk met elkaar omgaan. Maar ja, dat hebben we al twee keer tegen elkaar gezegd en we blijven maar om elkaar heen draaien.’ Nina parkeert de auto voor de deur van het makelaarskantoor en geeft Sophie een knuffel voor ze uitstapt. ‘Mocht je vanavond willen uithuilen dan ben ik er voor je,’ zegt ze. ‘Fijn dat je er zoveel vertrouwen in hebt,’ lacht Sophie. Ze zwaait naar haar en loopt het kantoorpand in. Met trillende handen loopt Sophie rechtstreeks naar Hugo. ‘Goedemorgen,’ zegt ze. Hij kijkt op. ‘Je bent te laat,’ zegt hij. Ze wil zich verontschuldigen, ziet dan de pretlichtjes in zijn ogen. ‘Wil je de deur dichtdoen?’ verzoekt hij haar. Ze sluit de deur, blijft twijfelachtig staan. ‘Waarom ben je weggegaan zonder iets te zeggen?’ vraagt ze.
‘Het valt nogal op als wij samen hier op kantoor aankomen, met mijn auto, denk je niet?’
Sophie knikt. Daar zit wat in. ‘En hoe gaat het nu verder?’ herhaalt ze de vraag die Nina haar even daarvoor stelde. Ze durft hem amper aan te kijken, maakt zich klaar voor zijn afwijzing en dwingt zichzelf sterk te zijn, niet te laten merken hoe hard het haar raakt. Hugo staat op, nadert haar langzaam. ‘Sophie, ik wil het over gisteren hebben. Over vannacht.’
Haar mond voelt droog. Ze wil iets zeggen, maar krijgt niets over haar lippen. Hugo staat nu vlak voor haar. ‘Vannacht was ongelooflijk.’
‘Maar het had niet mogen gebeuren en was een vergissing en we moeten voortaan alleen maar zakelijk met elkaar omgaan?’ ratelt Sophie. Hugo legt zijn vinger tegen haar lippen. ‘We kunnen niet om elkaar heen blijven draaien. Laten we het proberen. Samen.’
‘Bedoel je ...?’
Hij pakt haar handen vast. ‘Ik wil dit, met jou. We kijken wel waar het schip strandt. Maar het moet wel tussen ons blijven.’
‘Je wilt een geheime relatie?’
‘Tot we zeker weten dat het werkt. Weet je hoe het overkomt als een directeur een relatie aangaat met zijn PA? Dat is zo cliché, het zorgt alleen maar voor onnodige roddels.’
Sophie zucht. 'Dus dit is onder voorbehoud? Zoiets als je doet met een huis, dat het pas officieel wordt als je het echt zeker weet?'
Hugo lacht, kust haar. ‘Verliefd onder voorbehoud. Daar kan ik wel wat mee. Jij ook?’
Weer zucht ze. Het liefst zou ze van de daken schreeuwen dat hij hen eindelijk een kans wil geven, dat hij eindelijk toegeeft dat hij bij haar wil zijn, kennelijk voor haar voelt wat zij voor hem voelt. Toch knikt ze. ‘Oké. Verliefd onder voorbehoud.’ Sophie kust hem, voelt hoe langzaam tranen over haar wangen rollen. ‘Hee.’ Hugo veegt haar tranen weg. ‘Wat is er nou?’ Ze schudt haar hoofd. ‘Niks. Ik ben gewoon heel gelukkig.’
De rest van de dag kan Sophie zich amper concentreren op haar werk. De tijd lijkt wel voorbij te kruipen, ze heeft nog nooit zo lang gedaan over het afhandelen van een dossier. Eindelijk is het half zes. ‘Ik ga ervandoor,’ zegt ze tegen Hugo. ‘Zie ik je maandag?’
‘Liever niet,’ antwoordt hij. Sophie kijkt hem fronsend aan. ‘Ik dacht aan morgenavond. Kom naar mijn huis, ik bestel wat te eten, zorg voor een fles goede wijn. Goed idee?’
Sophie lacht. ‘Beste idee. Tot morgen dan.’ Ze werpt hem een kushandje toe en fietst naar huis. Tijdens het eten heeft ze het hoogste woord, ze maakt grapjes en lacht het hardst om de dubbelzinnige opmerkingen van haar vader die Marie niet snapt. ‘Zullen we een ijsje halen?’ stelt Sophie voor zodra ze allemaal klaar zijn met eten. ‘Lekker,’ antwoordt Marie. ‘Ik wil een witte Magnum.’ Freek bestelt een Cornetto en samen met Nina vertrekt Sophie naar de supermarkt aan de overkant van de straat. Nina haakt haar arm in die van Sophie. ‘Ik hoef me niet af te vragen hoe het ging vandaag,’ zegt ze. ‘Die lach is niet van je gezicht af te krijgen.’
‘Hij wil ons een kans geven. Wel nog een soort van stiekem om roddel en achterklap te voorkomen en eerst te zien of het überhaupt werkt, maar hij wil er niet langer omheen draaien. We hebben morgenavond afgesproken. Bij hem thuis.’
‘Ik ben oprecht blij voor je.’ Nina knijpt enthousiast in haar hand.
‘Hij klinkt nu al beter dan die lul van een Sander.’
‘Sander? Wie is dat?’
Ze grinnikt. ‘Zo mag ik het horen. Als je maar niet vergeet dat jullie nog steeds een huis hebben samen waar nog een en ander voor geregeld moet worden.’
‘Dat weet ik, ik bel hem binnenkort om wat af te spreken, zodat we het erover kunnen hebben. Ik denk dat hij er wil blijven wonen, het makkelijkst is als hij me dan uitkoopt. Ik hoop alleen dat hij dat wil.’
‘Daar komen jullie vast wel uit.’
‘De laatste twee keer dat we elkaar zagen was hij woedend op me. Misschien heeft hij nu zo’n hekel aan me dat hij juist heel moeilijk gaat doen.’
‘Daar heeft hij dan toch ook zichzelf mee? Het komt vast goed, joh.’
In de supermarkt kopen ze ijsjes, waarna ze snel terug naar huis lopen. Ze smikkelen de koude lekkernijen op de bank op. Nina gaat op tijd naar bed, het lijkt erop dat de nieuwe medicatie z’n werk goed doet wat de misselijkheid betreft, maar ze is nog steeds vreselijk moe en heeft veel slaap nodig. Sophie drinkt nog een wijntje met haar ouders. Marie begint voorzichtig een gesprek met haar. ‘Lieverd, ik wil het nog met je over gisteren hebben. Het maakt me niet zoveel uit waar je uithangt, je bent volwassen dus ik wil me daar niet mee bemoeien, maar ik zou het wel fijn vinden als je het laat weten wanneer je niet thuis slaapt. Als je onaangekondigd niet thuis komt maak ik me toch zorgen.’
‘Sorry, mam,’ zegt Sophie. ‘Voortaan laat ik het je weten. Zet gelijk in de agenda dat ik morgenavond niet thuis slaap.’
Haar vader schiet in de lach, Marie fronst haar wenkbrauwen. ‘Waar ga je naartoe?’
‘Oh kom, Marie. Ze hoeft je niet alles te vertellen. Ze is zevenentwintig, laat haar gewoon haar gang gaan,’ zegt Freek direct. Ze negeert hem, richt haar aandacht op Sophie. ‘Ga je naar je baas?’
‘Ik ga naar Hugo inderdaad. Verder hoef je niks te weten.’
‘Doe je het wel veilig?’
‘Jezus, mam.’ Hoofdschuddend kijkt Sophie haar aan. ‘Ik ga naar boven, slaap lekker.’ Abrupt staat ze op en vertrekt naar boven. Vanaf de trap hoort ze haar ouders discussiëren over haar en hoe ze met haar omgaan. Marie maakt duidelijk kenbaar dat ze het niet oké vindt dat Sophie de nacht bij Hugo doorbrengt, Freek antwoordt dat ze zich niet zo aan moet stellen en dat Sophie oud en wijs genoeg is om zelf keuzes te maken, of zij die keuzes nu begrijpen of niet. In haar slaapkamer laat ze zich op bed vallen, vist haar telefoon uit haar zak en typt een berichtje naar Sander, waarin ze vraagt hoe het met hem gaat en wanneer hij tijd heeft om met elkaar in gesprek te gaan. Ze verzendt het berichtje, waarna ze haar telefoon op haar nachtkastje legt en zich uitkleedt. Met haar kussen in haar rug en opgetrokken knieën denkt ze aan de afgelopen weken. Onvoorstelbaar wat er allemaal gebeurd is. Ze dacht altijd dat ze oud zou worden met Sander, en nu lijkt hij bijna een vreemde voor haar, heeft ze geen idee wat hij allemaal uitspookt en interesseert dat haar ook helemaal niet. Wie had kunnen denken dat ze nu een relatie, ook al is het geheim, zou hebben met haar baas, met die man die haar al vanaf de eerste keer dat ze hem zag van haar stuk brengt? Ze voelt hoe het haar steeds meer moeite kost haar ogen open te houden, draait zich op haar zij en valt in een mum van tijd als een blok in slaap.
De volgende avond staat Sophie zenuwachtig in de lift, onderweg omhoog naar de bovenste verdieping van het appartementencomplex waar Hugo woont. Ze heeft zich wel vier keer omgekleed, Nina genegeerd die steeds zei dat het niet uitmaakte wat ze aantrok omdat die kleren toch snel uit zouden gaan, en ze heeft zich een beetje opgemaakt. De deur van de lift gaat open, Sophie stapt de ruime hal in en ziet dat Hugo de deur van zijn appartement al heeft open gezet. Binnen zet ze haar tas neer en hangt haar jas aan de kapstok. Hugo is aan het bellen, desondanks trekt hij Sophie naar zich toe en kust haar, tussendoor maakt hij wat instemmende geluiden in de telefoon. ‘Dat snap ik, maat, maar je kan niks anders doen dan afwachten. Wanneer komt de zaak voor? Dan zorg ik dat ik er ben.’ Hij luistert naar het antwoord van, naar Sophie vermoedt, Boudewijn. ‘Laat het me maar zo snel mogelijk weten. Ik moet gaan.’ Boudewijn zegt weer iets. ‘Ja, ze is hier. Ik spreek je later.’ Boudewijn zegt nog wat, maar Hugo hangt al op. ‘Sorry daarvoor. Waar waren we?’
Sophie slaat haar armen om zijn nek en drukt haar lippen op die van hem. Hij glimlacht tevreden en vraagt wat ze wil eten. ‘Niet over nagedacht,’ antwoordt ze.
‘Als je het leuk vindt kunnen we naar een restaurant gaan.’
‘Je zou toch eten bestellen? In een restaurant eten is niet handig, omdat je niet met mij gezien wil worden.’
‘Nee. Nee, Sophie. Dat is absoluut niet waar.’
‘Niemand mag weten dat wij een relatie hebben, dat komt toch op hetzelfde neer?’
Hugo pakt met beide handen haar gezicht vast, kijkt haar doordringend aan. ‘Ik zou me nooit schamen met jou naast me. Het liefst wil ik met je pronken, je aan iedereen voorstellen. Ik heb Boudewijn over je verteld, dat is net zoiets als je relatie op Facebook zetten. Al heeft Boudewijn gelukkig niet zo’n groot bereik.’
Onwillekeurig glimlacht Sophie.
‘Weet je wat? We gaan gewoon ergens eten. Maakt niet uit waar. Zolang jij maar niet denkt dat ik niet met je gezien wil worden.’ Hij pakt haar bij de hand. ‘Kom, we gaan tapas eten.’
Sophie kijkt bedenkelijk. ‘Sander werkt daar.’
‘Nou en. Wat doet hij daar?’
‘Hij is kok.’
‘Dus staat hij alleen in de keuken. Ik zie het probleem niet.’
Hij heeft gelijk. Sophie is gek op tapas en is, sinds het uit is met Sander, niet meer in het restaurant geweest. Het wordt nu wel weer tijd. Daar komt bij dat ze toch alleen maar oog voor Hugo heeft, de rest van de mensen daar interesseert haar erg weinig. ‘Oké. We gaan.’
In het tapasrestaurant zitten ze tegenover elkaar aan een tweepersoons tafel. Hugo stond erop aan die tafel in de hoek van het restaurant te gaan zitten, zo ver mogelijk bij de keuken vandaan en met zoveel mogelijk privacy. Hun handen liggen met hun vingers verstrengeld tussen hen in op tafel. Ze praten over Boudewijn, binnenkort hoort hij wanneer hij voor moet komen. Zoiets had Sophie al opgevangen tijdens het telefoongesprek dat Hugo met hem voerde op het moment dat ze zijn woning binnenkwam. Wat ze nog niet wist is dat een andere vrouw hem eveneens van verkrachting beschuldigd heeft, volgens Boudewijn ene Lena. Hij heeft zelf geen flauw idee wie dat is, kent niemand met die naam, waardoor het erg moeilijk te geloven is dat hij haar verkracht zou hebben. Ze bestellen wat te drinken bij een van de serveersters, praten over het North Sea Jazz Festival waar ze volgende zomer naartoe willen, als het kan samen, het nieuwe album met heerlijke jazznummers dat Sophie de hele dag grijs draait, Nina die gelukkig haar eten redelijk binnen kan houden en de baby die het heel erg goed doet in haar buik, ook volgens de echoscopist tijdens de twintig weken echo. ‘Weet ze het geslacht al?’ vraagt Hugo. Sophie schudt haar hoofd. ‘Dat wil ze niet weten, ze laat zich verrassen bij de geboorte.’
‘Ik wist het ook niet. Het maakte me niks uit, hoor, maar toen ik dat kleine mannetje eenmaal in mijn armen had was ik zo trots dat ik een zoon had. Al die maanden had ik ernaar uitgekeken mijn kind eindelijk vast te houden, of het nou een jongen of een meisje was.’
‘Zo denkt Nina er ook over. Het belangrijkste is dat hij of zij gezond is, en zelfs als dat niet zo was zou ze ervoor zorgen. Het is haar kind, daar heeft ze alles voor over.’
Hugo knikt. Ze ziet zijn ogen even vochtig worden, maar hij slikt een paar keer flink en herpakt zichzelf. ‘Wil jij kinderen?’ vraagt hij ineens. Sophie schrikt van zijn vraag, weet even niet goed hoe ze erop moet reageren. ‘Weet ik eigenlijk niet. Ik dacht altijd van wel, maar nu ...’ Ze zwijgt, kijkt Hugo twijfelachtig aan. ‘Ligt eraan of die wens er van beide kanten is,’ voegt ze uiteindelijk toe. Hugo knikt, maar zegt niks. Hun drankjes worden voor hen neergezet en ze bestellen wat tapas. Ze praten rustig met elkaar, eten tussendoor de kleine gerechten en genieten vooral van elkaars aanwezigheid. De avond vliegt voorbij, Hugo rekent af en hand in hand verlaten ze het restaurant. Sophie werpt nog een blik over haar schouder om te zien of ze Sander ziet, maar hij staat kennelijk al de hele avond in de keuken. Wellicht heeft hij haar gezien en bewust de keuze gemaakt zijn gezicht niet te laten zien, dat lijkt Sophie nog de meest logische verklaring. ‘Wacht hier maar even, ik haal de auto,’ zegt Hugo tegen Sophie. Hij steekt de weg over. ‘Ik kan gewoon meelopen, hoor,’ antwoordt Sophie bijna beledigd. Ze kijkt of ze over kan steken, er komt een auto aan die vaart mindert en Sophie snelt achter Hugo aan. Ze is net halverwege de weg als de auto met brullende motor gas geeft en recht op Sophie afrijdt.
Laatst gewijzigd door
Giselle op 25 Okt 2021 14:49, in totaal 1 keer gewijzigd.