Ik heb eindelijk de tijd gehad om mijn bevallingsverhaal op te schrijven. Bij deze.
Eigenlijk begint de bevalling voor mijn gevoel op woensdag 29 maart. Ik heb al weken voorweeën maar dit voelt anders, intenser. Na een dag flink puffen komt ‘s avonds de verloskundige. Ineens moet ik heel erg trillen en ben ik zo zenuwachtig. Maar helaas, er is totaal nog geen ontsluiting, het blijft bij voorwerk. Na een fikse huilbui probeer ik weer positief de volgende dagen door te komen. Op vrijdag 31 maart voel ik me niet lekker. Ik ga nog even langs de huisarts om een potje urine langs te brengen (dat is schoon) en breng de rest van de dag door op de bank. De ‘tuinvrouw’ (het is immers een vrouw) is de hele dag bezig om de tuin nog even netjes te krijgen voor de bevalling. Ik voel me steeds minder lekker maar kan omdat zij er is (en naar binnen moet kunnen) geen dutje doen. Om vier uur is mijn man vrij en zeg ik dat ie maar snel naar huis moet komen, zodat ik naar boven kan. Eenmaal boven bel ik in bed nog even mijn moeder. Ze vraagt of ik weeën heb, maar ik zeg van niet, immers is het meer een constant zeurend gevoel en na al die voorweeën verwacht ik niet dat dit het is. Ik zeg dat ik even ga slapen en hang op. Meteen daarna begint het. Alsof het moment echt op zich heeft laten wachten tot ik veilig in m’n holletje kon kruipen.
Ik laat aan m’n man weten dat dit toch wel op het echte werk begint te lijken. Ik moet van hem direct nog even goed eten, om kracht te verzamelen voor wat komen gaat. Ik heb alleen natuurlijk nergens zin in (in elk geval niet in die caprese salade die gepland stond, wil absoluut geen maagzuur van tomaatjes krijgen), dus nibbel ik wat droge pasta, kip en komkommer wat naast het bed staat. Koolhydraten, proteïnen en vocht. Meer wil ik niet.
Intussen doen de weeën echt heel erg pijn. Ik hoop zo dat er nu wel ontsluiting ontstaat maar het kan bijna niet missen, het voelt echt alsof het opengerukt wordt van onderen.
Om kwart voor negen ‘s avonds komt de verloskundige langs en ik heb inderdaad ontsluiting! Hoera! 3 cm. Ze prikt de vliezen door en zegt dat het daarna 4 cm is geworden. De baby heeft in het vruchtwater gepoept ziet ze en dus moeten we naar het ziekenhuis. Nou wilden we dat toch al, dus dat komt goed uit. Ze belt en er is plek in Haarlem, gelukkig maar, want daar wilden we het liefst heen. Ik kleed me aan en we gaan met de auto (maar één wee gehad tijdens de rit!) naar het ziekenhuis. In de auto zeg ik tegen m’n man dat ik eigenlijk al een beslissing heb genomen over eventuele pijnstilling. Ik wil een ruggenprik. Ik heb van te voren gezegd dat ik het niet wist, het aan wilde kijken. Ik wilde heel graag weten hoe weeën voelen. Nou, dat heb ik gevoeld. Weeën zijn kut.
M’n man stelt intussen m’n moeder en zus op de hoogte dat we naar het ziekenhuis zijn. Ik vind het toch fijn dat ze weten dat er nu echt wat gebeurt, na al die dagen meeleven. Ze blijven gewoon thuis en gaan proberen wat te slapen (wat natuurlijk niet erg goed lukt) maar waarderen de updates eens in de paar uur erg.
In het ziekenhuis wacht de verloskundige ons op met een rolstoel. M’n man parkeert de auto en de verloskundige rijdt mij door het doolhof dat het ziekenhuis heet. In m’n hoofd vind ik het een heel komisch gezicht, ik maak er een soort race van in m’n hoofd om maar rustig te blijven. Ik word geïnstalleerd in de verloskamer en het blijkt dat we de enigen op de gang zijn vannacht. Heerlijk rustig!
Ik word aan allerlei infusen en ctg apparaten gelegd. De baby krijgt ook een sensor op zijn hoofd geplakt. Pas na de bevalling kom ik erachter dat het in z’n hoofdje geschroefd is in plaats van geplakt. Misschien maar goed ook dat ik dat pas achteraf weet. De sensor op z’n hoofd werkt echter niet goed (door te veel haar?) dus het moet meerdere keren opnieuw. De arts assistent komt overleggen welke pijnstilling opties er mogelijk zijn. Schiet nou eens op, denk ik, en benoem zelf snel dat ik weet welke opties er zijn. Ik mag er even over nadenken, zegt hij en wil weglopen. Ja ja, ik weet het al, ik wil een epiduraal. Schiet nou maar op, denk ik alleen maar. De verloskundige draagt de bevalling over aan het ziekenhuis en gaat naar huis.
De weeën zijn intussen echt veel heftiger geworden en ik merk dat ik ontzettend veel aan m’n man heb. Ik heb hem echt nodig, hij is mijn veilige baken in deze pijn.
Om kwart voor twaalf komt de anesthesist en assistent binnen. Opluchting. Het rechtop zitten en een wee wegpuffen is nog het allerzwaarste hieraan. Het hele zetten van de ruggenprik valt me echt ontzettend mee. Rond middernacht (het is 1 april, we gaan er toch aan geloven dat dit zijn verjaardag wordt) werkt de prik. Wat een verademing. Ik voel de weeën nog wel, maar heel zacht. Ik ontspan.
Door de ruggenprik kan ik haast echt rustig liggen en kan er zelfs nog af en toe een lachje af.Echter blijven de weeën zwak en bij de controle een half uur later (intussen is de nachtdienst gestart, een nieuwe lieve verpleegster, een nieuwe arts-assistent, een erg aardig jong meisje, en een wat oudere vrouwelijke gynaecoloog) blijkt dat de ontsluiting is blijven hangen op 3 a 4 cm. Er wordt oxytocine ingezet. Nog een infuus! En mijn bloeddruk daalt flink (hoort bij epiduraal), dus er wordt vrij constant gemonitord, ook vanuit de ruimte waar de artsen verblijven als ze niet in mijn kamer zijn.
Veel mensen zullen al die medische interventie niet fijn vinden, maar voor mij voelt dit heerlijk veilig. Dit is wat ik wilde. Dit voelt veilig, compleet in de handen van een goed medisch team en ik kan me helemaal overgeven aan hun zorg en kennis.
Door de oxytocine worden de weeën nu sterker, al voel ik er zelf weinig van. M’n man kan het wel heel mooi zien op het scherm. Het hartje van de baby dipt echter elke keer bij een wee. Omdat hij al in het vruchtwater heeft gepoept en de sensor op zijn hoofd niet goed werkt, is de gynaecoloog toch bezorgd. De arts-assistent gaat een MBO doen, een microbloedonderzoek. Ze steekt een soort kijkbuis in mijn vagina en maakt een krasje op het hoofd van de baby. Hier neemt ze een druppel bloed van wat onderzocht wordt op de zuurtegraad (voor zover ik begrijp). Zo wordt er gekeken of de baby het nog goed doet. M’n man mag even meekijken door de kijkbuis heen en ziet dat er al haartjes te zien zijn. Donkere haartjes! Al uren voor de geboorte gezien! Gelukkig is de uitslag goed. Maar omdat de ontsluiting blijft hangen op 4 cm, wordt er toch zorgwekkend gesproken over een eventuele keizersnede. Ik moet nu voor de zekerheid maar nuchter blijven de komende uren terwijl ze het verloop aankijken. En om half vier ‘s ochtends blijk ik ineens 7 cm ontsluiting te hebben. Vooruitgang! Een uur later wordt er een tweede MBO gedaan, ook hier is de uitslag goed van.
Om 05.45 is de ontsluiting volledig. De epiduraal is intussen op, maar werkt nog enkele uren door wordt mij verteld. Tijd om te gaan persen! Ik maak echter nog geen sterke persweeën aan. De gynaecoloog zegt dat vanwege het meconiumhoudend vruchtwater (ondanks de goede MBO uitslagen) we geen uren de tijd hebben om te persen. De vacuümpomp wordt dus vast klaargelegd voor de zekerheid. Ik leer hoe een perswee voelt en ik voel het licht aankomen. Ik leer hoe ik moet persen en na een paar keer zit ik er goed in. Toch blijven de persweeën zwak en de oxytocine wordt compleet opgevoerd aan het einde. Ik word ineens zo misselijk van al dat kracht zetten en ik moet overgeven. Niet een beetje ook. Een meter ver en het is maar goed dat m’n man z’n mouwen op heeft gestroopt zullen we maar zeggen.
Ik pers vrijwel compleet op eigen kracht en de artsen zijn onder de indruk dat het zo goed gaat. En het klinkt stom, maar dat stimuleert enorm. Hun aanmoediging en van mijn man helpen me er echt doorheen en ik kan dit. Om net een beetje te helpen, gaat de arts assistent toch een knip zetten. Dat vind ik wel eng, maar verstand op nul. De verdoving voel ik een beetje, de knip totaal niet. Eén of twee persweeën later wordt kleine Olivier geboren. Ik zie hem zo uit mij komen en omhoog getild worden. Dit, dit moment, dit is de geboorte, dit is hét moment waar ik zo naar uit keek. Ik heb het gedaan!
Om 06.13 is hij geboren!
Hij is heel erg blauw maar gaat al gauw huilen, kleur weer rozen en ligt het eerste uur heerlijk bij mij op de borst. Hij heeft allemaal krasjes en plekjes op z’n hoofdje, waar inderdaad donkere haartjes op zitten! De placenta volgt keurig na 5 minuten (wel weer met extra oxytocine).
M’n man mag de navelstreng doorknippen. Echter vergeet de arts assistent het andere einde vast te maken waardoor er een soort CSI achtige moordscène ontstaat waar je precies aan het spray patroon kan zien waar de moordenaar heeft gestaan.
Binnen dat eerste uur mag ik ook proberen aan te leggen en het gaat, met een hoop ondersteuning, goed! Hij drinkt (een beetje)! Na dat uur wordt hij gewogen (3860 gr) en gemeten (50 cm, wat volgens mij alle babies zijn omdat ze niet mogen uitstrekken) en aangekleed in zijn eerste pakje met bijenmutsje en bijenslofjes. Langzaamaan gaan we familie bellen, heel emotioneel natuurlijk.
Na het ontbijt (lekker, ik heb weer voorzichtige eetlust) en een douche (heerlijk, maar oh wat ben ik slap) moeten we wachten tot de artsen klaar zijn met hun overdracht aan de ochtenddienst, wat echt uren duurt. Dat begint op een gegeven moment wel irritant te worden. Ze moeten nog een controle uitvoeren bij de baby, maar het duurt maar en duurt maar. Intussen heb ik ook gehoord dat ik eerst moet plassen voordat we naar huis moeten. Waar ik de dagen voor de bevalling soms echt nog letterlijk naar de wc ging, terug liep naar de bank en vóór ik ging zitten weer terug naar de wc moest, lukt het nu natuurlijk niet. Ik drink extra veel water, maar het lukt niet. Door de epiduraal en de katheter voel ik geen enkele aandrang. Na een paar uur wachten lukt het uiteindelijk om te plassen. De ontslagpapieren worden getekend (duurt ook lang) en om 1 uur ‘s middags mogen we eindelijk naar huis!
Ik kijk echt met een ontzettend goed gevoel terug op de bevalling. Ja, het was een medische bevalling met een aantal complicaties en de artsen spraken van een pittige bevalling, maar voor mezelf heb ik dat helemaal niet zo ervaren. Ik voelde me zo veilig in de handen van de artsen. Ik heb gevoeld wat ik wilde voelen, heb de oerkracht van het persen ervaren, maar tegelijkertijd heb ik ook kunnen ontspannen. Ook de kraamweek heb ik als ontzettend fijn ervaren. De eerste dag was ik natuurlijk ontzettend overdonderd van slaapgebrek, emoties en fysieke uitputting. Alle ouders kwamen die eerste dag even langs, maar ik heb er amper wat van meegekregen. We hebben een hele fijne kraamhulp gehad, een jong meisje dat zelf recentelijk moeder is geworden. Lekker nuchter, praktisch, heel erg fijn. Ik heb me volledig aan de zorg over kunnen geven. De eerste dagen, of met name nachten, waren echt heel pittig, vooral door het slaapgebrek. De borstvoeding ging in het begin ook enigszins moeizaam maar door de nuchtere kijk van de kraamhulp gaat het intussen super. Met behulp van een tepelhoedje, want de kleine man wilde niet goed happen. Prima oplossing en intussen voel ik me daar helemaal prima bij, immers doet ie het goed. Ook het slapen gaat goed. We hebben echt een rustige kraamweek gehad met weinig bezoek (echt een aanrader, vooral dag drie en vier). De hechtingen deden wel erg pijn en zijn ontstoken (nog steeds een beetje). Dat heeft het herstel wel vertraagd en dat vind ik nog steeds wel lastig. Toen Olivier 8 dagen oud was zijn we voor het eerst naar buiten geweest. Een heel klein stukje gewandeld en het viel me veel zwaarder dan verwacht, maar wat was ik trots! Ja, ik zit echt een beetje op een blauwe wolk!
Met de gigantische ooievaar in de vlaggenmastOok had mijn man nog een verrassing voor me, een heel mooi cadeau: Een vintage Cartier horloge (Must de Cartier Tank voor de kenner), met saffieren knoopje (wat past bij mijn verlovingsring) en wijzers. Echt ontzettend mooi en lief.
In onze tuin staat deze magnoliaboom. Uitgerekend in de kraamweek is de boom gaan bloeien. Vanuit m’n kraambed kon ik net het topje zien, elke dag ging de boom een beetje meer bloeien. Ik vind dat zo bijzonder. Afhankelijk van het weer zal de boom elk jaar op een ander moment gaan bloeien, maar voor mij zal de boom altijd symbool staan voor mijn fijne kraamweek met mijn lieve baby.