Hobby & Sport rubriek #13 - Agility
Toen we in 2010 onze Tervuerense Herder Bruce kregen wisten we meteen dat we met de hond zouden gaan sporten. Een Tervuerense Herder is een actieve hond die vroeger werd gefokt op werkcapaciteiten. Ze werken daarom graag voor en met je, dus met alleen wandelen doe je dit ras tekort.
Ik begon met puppycursus en ging verder richting FCI Obedience. Dit is de wedstrijdsport variant van de Gehoorzaamheidscursussen. Je leert hierbij de hond diverse appél oefeningen uit te voeren, bijvoorbeeld strak volgen met wendingen en afliggen op afstand.
Toen Bruce ruim een jaar was begon mijn man met Agility. Dat spelletje vond hij veel leuker dan de gehoorzaamheidsoefeningen, dus ben ik op een gegeven moment (na 6 verprutste examens) gestopt met trainen. Ik ging toen bijna iedere training van mijn man mee en wist toen al dat de volgende hond (want dat we er ooit nog een hond bij zouden nemen stond al vast) mijn Agility hondje zou worden.
Dit zijn mijn twee Tervuerense herders. Vooraan ligt teef Oifa en achteraan reu Bruce
Binnen de hondensport is het niet handig om met twee mensen met dezelfde hond te trainen. Honden zijn heel gevoelig voor lichaamstaal en je geeft nooit dezelfde signalen uit. Twee verschillende sporten levert niet echt een probleem op op dat gebied, maar dezelfde sport beoefenen kan eigenlijk niet. Daarbij is Agility een wedstrijd sport en je kunt niet op dezelfde dag met dezelfde hond wedstrijd lopen.
Omdat ik nog wel even moest wachten op een pup en ik eigenlijk al wel wilde beginnen met trainen en ervaring opdoen heb ik een kennis gevraagd of ik met haar Labrador verder mocht trainen nadat zij dat zelf niet meer kon. Zo startte ik in 2013 zelf met Agility.
Wat is Agility?
Agility is de internationale benaming voor Behendigheid. Veel mensen kennen deze sport nog van de Natte Neuzenshow van Martin Gaus. Bij Agility moet een hond een hindernisparcours zo snel mogelijk en foutloos afleggen. Als geleider/handler geef je met commando’s en lichaamstaal aanwijzingen aan de hond om hem de goede route te laten nemen. De af te leggen route staat van te voren vast, dus als handler moet je goed je positie ten opzichte van de hond en de hindernissen bepalen om de hond een zo vloeiend mogelijke lijn te laten lopen.
De toestellen
In een Agility parcours kunnen de volgende onderdelen voorkomen;
* Hoogte sprongen
Hiervan staan er het meeste in een parcours. De hoogte van de sprongen wordt bepaald door de schofthoogte van de hond. Een hoogte spring bestaat uit twee staanders waar een horizontale lat tussen ligt. Deze liggen los op de staanders, zodat de hond ze er gemakkelijk aftikt als hij te laag springt. Zo kan hij zich niet bezeren. Een mogelijke variatie hierop is een dichte hoogte sprong of een muur.
* Tunnels
In een parcours kunnen meerdere tunnels liggen. Een tunnel is flexibel en kan daardoor zowel recht als in diverse soorten bochten liggen.
* Raakvlaktoestellen
Bij de raakvlaktoestellen is het de bedoeling dat de hond zowel het raakvlak bij de oploop aanraakt als het raakvlak bij de afloop. Er zijn drie verschillende raakvlaktoestellen;
- A-schutting. Dit is een toestel dat in een punt omhoog staat. De hond klimt steil omhoog en daalt daarna steil naar beneden af.
- Kattenloop. Bij dit toestel moet de hond over een redelijk smalle plank op hoogte lopen. Dit toestel heeft een op- en afloop en een horizontaal deel.
- Wip. De hond moet zelf de wip laten kantelen en mag pas van het toestel af als hij de grond heeft geraakt.
* Band sprong
Hierbij moet de hond door een ronde band springen.
* Slalom
De hond moet slalommen door 12 staande paaltjes. Hij moet de eerste paal vanaf de rechterkant insteken en mag geen paaltje overslaan.
* Slurf
Dit toestel lijkt op een tunnel, alleen is het einde letterlijk een slurf die dicht op de grond ligt. De hond moet zelf de slurf openen door er doorheen te lopen.
* Breedte sprong
Bij deze sprong moet de hond ver springen, ipv hoog. De breedte van deze sprong is afhankelijk van de schofthoogte van de hond.
Het aanleerproces
Uiteraard kan een hond deze toestellen niet vanzelf, daarvoor train je bij een hondenschool of kynologenclub. Alle toestellen worden in kleine stapjes aangeleerd. De hoogtesprongen worden bijvoorbeeld aangeleerd door eerst de lat op de grond te leggen en pas als de hond er aan toe is gaat het latje telkens een klein beetje hoger. Hier gaat wel een behoorlijke tijd overheen tot je op de uiteindelijke hoogte springt.
De raakvlaktoestellen liggen in eerste instantie op de grond en je leert de hond eerst om te wachten op het raakvlak. Een hond op snelheid wil namelijk nogal eens hoog van het toestel afspringen, waardoor hij het raakvlak mist, maar daarnaast is het erg blessure gevoelig.
Naast de losse toestellen moet de hond uiteraard leren om meerdere toestellen achter elkaar te nemen. Dit is een proces wat maanden (en soms wel jaren) in beslag neemt.
Een Agility wedstrijd
Een wedstrijd bestaat uit drie rondes: Gambling/spel, vast parcours en jumping
* Gambling/spel, hierbij moet je meestal zelf een route bedenken en zoveel mogelijk punten verzamelen. De keurmeester/scheidsrechter bepaalt wat de spelregels zijn en waar je hoeveel punten voor kunt krijgen. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat je voor ieder genomen toestel 10, 20 of 30 punten krijgen (afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van het toestel) en dat je zelf een parcours moet bedenken wat je binnen 30 seconden kunt lopen, na 30 seconden klinkt een fluitsignaal en moet je zo snel mogelijk finishen. Dus in die 30 seconden moet je zoveel mogelijk toestellen juist nemen. Wie er in die 30 seconden de meeste punten heeft gehaald en daarna zo snel mogelijk is gefinisht wint het spel. Dit is een variant, maar er zijn er nog veel meer. Dit is iedere wedstrijd weer afwachten.
* Vast parcours, in dit parcours kunnen alle toestellen staan, ook de raakvlaktoestellen. Het parcours heeft een vaste route die aangegeven is met nummerbordjes. De handler moet de hond zo snel mogelijk en foutloos door het parcours sturen. De snelste foutloze combinatie wint.
* Jumping, in dit parcours zitten geen raakvlaktoestellen en dit zijn vaak hele snelle parcoursen. Ook hierbij geldt dat de handler de hond zo snel mogelijk en foutloos door het parcours moet sturen. De snelste foutloze combinatie wint.
De afbeelding is een van de uitgetekende parcoursen die ik 25 mei met mijn hond heb gelopen, de nummertjes geven de route aan. 2/11 en 6/16 zijn tunnels, 8 is de debutantenopstelling van de slalom en 10 is een breedte sprong. De rest van de toestellen zijn hoogte sprongen. De kant waar het nummertje staat is de kant waar vandaan de hond het toestel moet nemen.
Iedere wedstrijd zijn er nieuwe parcoursen, je loopt nooit twee keer een zelfde rondje op verschillende wedstrijden.
Dit is een filmpje van K.atja S.lippens. Zij is dit jaar met haar Mechelse herder wereldkampioen geworden bij de FMBB (Federation Mondiale Berger Belges, Internationale federatie van Belgische Herdershonden). Zij is een van de beste handlers van Nederland. In het filmpje zie je twee jumping parcours en een vast parcours. Het niveau van de parcours is heel erg hoog, veel snelheid en moeilijke draaien en wissels voor de handler en de hond.
Voor wie is deze sport geschikt?
In de hogere klasses zul je vooral Border Collies terug zien, maar voor heel veel honden is Agility een geschikte sport om op recreantenniveau te beoefenen. Er zijn wel een aantal voorwaarden waaraan de hond moet voldoen:
* De hond moet een bepaalde basisgehoorzaamheid hebben. ‘Zit’ en ‘Blijf’ moet de hond kennen om hem te kunnen laten wachten bij de start van het parcours. Je kunt als handler dan een goede startpositie innemen. Komen als je de hond roept is ook van belang.
* De hond moet sociaal zijn naar andere honden. Ondanks dat honden nooit tegelijk los zijn tijdens een wedstrijd of een training moet een hond niet agressief of angstig reageren op andere honden.
* Er moet een goede relatie zijn tussen hond en baas. De hond moet graag voor je willen werken. Een heel onafhankelijke hond is moeilijk te sturen en zal zijn eigen route gaan zoeken.
* Een hond moet fysiek gezond zijn en geen hinder ondervinden van lichamelijke kenmerken. Een zeer kortsnuitige hond kan snel een zuurstof te kort hebben bij inspanning. Een hond met een heel brede borst kan zijn voorpoten niet smal genoeg plaatsen om de wip of de kattenloop te kunnen nemen.
Een tunnel heeft een vaste hoogte en de hond moet in staat zijn om dusdanig te bukken om er doorheen te kunnen. Hierdoor zijn rassen boven een bepaalde schofthoogte ook niet geschikt voor Agility. Hele zware honden overigens ook niet, omdat springen en de afloop van de raakvlaktoestellen een te grote belasting geven op de ellebogen en heupen.
Honden die al lijden aan aandoeningen als heupdysplasie, patella luxatie (het bekende Jack Russel hupje. Een hond die dit doet heeft pijn op het moment dat hij hupt. Helaas wordt dit door veel mensen als normaal ervaren) en dergelijke zijn ook uitgesloten van deelname aan Agilitytraining.
Voor handlers zijn er niet echt speciale eisen, maar het is een sport waar je wel op snelheid mee moet kunnen met je hond. Dit kan hardlopend zijn, maar er zijn ook een aantal rolstoelgebruikers die aan Agility doen (Para-agility). Uiteraard wordt hardhandling niet getolereerd. Ondanks dat er een wedstrijd element in zit, is en blijft het een spelletje waar je voor je plezier en vooral ook voor het plezier van je hond aan doet. Fysiek corrigeren van de hond is niet toegestaan. (Er zijn hondenscholen die nog wel aan fysieke correcties doen, bijvoorbeeld werken met slipketting, maar dat soort gedrag is op wedstrijden niet toegestaan)
Een compilatiefilmpje van de Agilitywedstrijd tijdens Crufts 2014:
Trainen met mijn eigen honden
Begin dit jaar heb ik met de Labrador een startlicentie aangevraagd en 25 mei heb ik mijn eerste officiële wedstrijd gelopen. Hoewel we al een paar onofficiële wedstrijdjes hebben gelopen, was het toch wel even vreemd. De slalompaaltjes beheerst ze tijdens de training wel, maar op de wedstrijd snapte ze er niets meer van. Afgezien daarvan hebben we best een mooi rondje gelopen.
Ik ben zwanger, daarom kan ik helaas dit seizoen niet vol maken. Ik probeer wel door te trainen zolang ik het volhoud, maar wedstrijden ben ik voor nu mee gestopt. 9 juni heb ik mijn laatste wedstrijd gelopen.
In september 2014 is dan eindelijk mijn lang verwachte Tervueren pup geboren. Inmiddels is ze 8 maanden en zijn we begonnen met Puppy Agility. Deze training is speciaal opgezet voor mensen met wedstrijd ambities.
We doen allerlei oefeningen die als voorbereiding dienen voor ‘het echte werk’. Sprongen gaan pas de hoogte in als de honden uitgegroeid zijn, maar ik leer haar nu bijvoorbeeld al om altijd het raakvlak te nemen en om aan zowel mijn linkerkant als mijn rechterkant te werken (vaak willen honden in eerste instantie alleen werken aan de kant waar ze altijd lopen met uitlaten). Ook leert ze nu al om rustig te blijven aan de kant, terwijl een andere hond loopt (maar poeh, wat vindt ze dat lastig).
Deze sport kun je eigenlijk niet zelfstandig beoefenen, omdat de toestellen veel geld kosten en je moet wel een hele grote tuin hebben om het allemaal kwijt te kunnen. Maar er zijn wel dingen waar je thuis aan kunt werken, bijvoorbeeld het zitten en blijven of het zelfstandig nemen van een sprongetje (al dan niet op hoogte).
Ik train met beide honden 1 uur in de week (niet op dezelfde avond, omdat twee uur intensief trainen me teveel energie kost op dit moment). Het is mogelijk om meerdere avonden per week te trainen, maar dit doe je dan niet twee avonden achter elkaar, want de hond heeft echt wel even de tijd nodig om bij te komen. Vooral het stresshormoon (hoewel het in dit geval positieve stress is) moet even de tijd krijgen om weer te dalen.
Als ik zou willen dan kan ik bijna ieder weekend wel een wedstrijd lopen, maar daarvoor moet je wel heel het land door. Wedstrijden worden door KC’s en HSV’s door heel Nederland georganiseerd en soms moet je daar een behoorlijk eind voor reizen. Een wedstrijd dag is ook echt een hele dag. Tijdens een wedstrijd loop je drie rondes verspreid over de hele dag. Je staat niet lang in de ring tijdens jouw rondje, maar zowel jij als de hond hebben echt wel even nodig om tot rust te komen. Het is een pieksport, dus je moet tijdens je rondje knallen en daarna tot rust komen en bijtanken.
Naast dat Agility een enorm leuke sport is om samen met je hond te beoefenen is het ook nog eens heel goed voor je conditie, want zelfs met kleine hondjes moet je zelf ook hard lopen.
Zelf eens Agility proberen?
Mocht je interesse hebben in Agility (of behendigheid, nog niet iedere vereniging hanteert de internationale benaming) met jouw hond en wil je weten of het geschikt is voor jullie, neem dan vooral contact op met een Kynologen Club of Honden Sport Vereniging bij jou in de buurt. De meeste verenigingen bieden de mogelijkheid om eens deel te nemen aan een proefles.
Op http://www.nimble.nl en http://www.fhn.nl zijn wedstrijdkalenders te vinden van Agility wedstrijden door het hele land, mocht je eens bij een wedstrijd willen gaan kijken.
----------------
Benieuwd naar de andere delen van deze rubriek?
Deel 1: Wakeboarden
Deel 2: Pole Fitness
Deel 3: Bordspellen
Deel 4: Tafeltennis
Deel 5: Ballet
Deel 6: Bootcamp Instructeur
Deel 7: Snowboarden
Deel 8: Synchroonzwemmen
Deel 9: Geocachen
Deel 10: Rock n roll dansen
Deel 11: Autopuzzelritten
Deel 12: Moto-Gymkhana