Rubriek W&S #8: Pedagogisch Medewerker
Zoals veel van jullie weten ben ik werkzaam op een babygroep bij een kinderdagverblijf. Op zich geen heel bijzonder beroep, maar omdat ik mijn werk met zoveel plezier doe èn omdat hier zoveel (aanstaande) mama's zitten, leek het mij erg leuk om mijn beroep eens verder toe te lichten. Misschien ben je zwanger en twijfel je over opvangmogelijkheden voor je kindje, misschien zit je kindje al op een kinderdagverblijf en ben je benieuwd hoe het er ergens anders aan toe gaat. Of misschien ben je gewoon geïnteresseerd hoe het is om te werken op een kinderdagverblijf. Lees mee en als je vragen hebt, dan doe ik mijn best die te beantwoorden!
Het kindercentrum waar ik werk, is onderdeel van de grootste kinderopvangorganisatie in mijn woonplaats. Wij hebben in mijn woonplaats en de direct omliggende gemeenten 17 kdv-locaties, 32 bso-locaties en 15 peuterspeelzalen. Het kindercentrum waar ik werk, is groot en beschikt over 8 groepen buitenschoolse opvang (bso), en 7 kinderdagverblijfgroepen (kdv-groepen). Één van die kdv-groepen is een 'verticale' groep, wat inhoudt dat er kinderen van alle leeftijden worden opgevangen, nouja, van nul tot vier jaar dan, natuurlijk. De overige zes groepen zijn qua leeftijdsindeling 'horizontaal', drie babygroepen voor kinderen van nul tot twee jaar en drie peutergroepen voor kinderen van twee tot vier jaar. Ik ben pedagogisch medewerkster op één van de babygroepen. Schrik overigens niet van de grootschaligheid van de organisatie of de grootte van mijn werklocatie hoor (wij hebben trouwens wel de grootste locatie, anderen zijn kleiner). Ondanks de grote locatie voelt het op de groep heel geborgen aan. Wij werken nauwelijks met een open deuren-beleid, dus de kinderen spelen niet door het hele pand heen, maar zijn de hele dag fijn op hun eigen groep.
Voor mijn beroep gaan trouwens eigenlijk verschillende benamingen de rondte. Leidster, of juf (of zelfs 'juffie') zijn benamingen die je veel hoort, die liggen natuurlijk ook makkelijk in de mond. Maar de eigenlijke benaming is 'pedagogisch medewerkster', of soms ook wel afgekort: PM'er.
Naast pedagogisch medewerker ben ik ook 'Ambassadeur Kinderopvang'. Ik heb als extra taak om onze organisatie te promoten. Vaak sta ik op Konginnedag/Koningsdag en tijdens lokale braderieën bij een kraampje om daar hopelijk nieuwe klanten binnen te halen. Ook doe ik, samen met een andere collega, de rondleidingen met potentieel nieuwe ouders op onze locatie. En daarnaast houd ik me bezig met de uitstraling van onze locatie: hoe kunnen wij ons onderscheiden van de rest? Natuurlijk door een schone, opgeruimde locatie met lieve en geïnteresseerde medewerkers, maar wij bieden bijvoorbeeld ook extra activiteiten aan. Denk aan dreumes- en peutermuziek en peuterzwemmen, en bijvoorbeeld hiphop-lessen voor de bso.
Ik ben nu bijna 7,5 jaar in dienst bij mijn huidige werkgever. Ik ben binnengerold als invaller in de tijd dat de kinderopvang nog erg druk was. Al vrij snel mocht ik een zwangerschapsvervanging doen, en daarna kwam er een plek vrij voor vier dagen in de week op een peutergroep, en dat wilde ik zo graag: een eigen vaste groep! Na nog eens een goed jaar kwam er een plek vrij op een babygroep, en omdat mijn hart toch wel bij de allerkleinsten ligt, ben ik daar gaan werken. Op deze babygroep heb ik vier jaar gewerkt, en inmiddels, sinds een jaartje, werk ik vier dagen in de week op een andere babygroep. Allemaal met evenveel plezier!
Hoewel ik altijd al stapelgek ben geweest op kleine kinderen, wist ik niet direct na de middelbare school al dat ik in de kinderopvang wilde werken. Ik heb eerst de opleiding Detailhandel gevolgd en heb daarna een aantal jaar in een sieradenwinkeltje gewerkt, maar na drie jaar was de uitdaging daar voor mij wel uit. Een toenmalige vriendin van mij werkte in de kinderopvang, en met haar heb ik een dagje meegedraaid. Ik was meteen overstag. Ik ben de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk (SPW) gaan volgen, een opleiding van 3 of 4 jaar, afhankelijk van het uiteindelijke niveau wat je wilt behalen. Ik heb besloot niveau 3 te doen, en kwam in aanmerking voor de 21+-opleiding en heb mijn SPW dus in twee jaar kunnen afronden. Al tijdens mijn stages kwam ik erachter dat ik het werk in de kinderopvang wel heel erg geromantiseerd had trouwens. Het beeld van wat ik had, lekker flesjes geven, keuvelen, knutselen, af en toe een luiertje verschonen, dat was wel héél makkelijk gedacht. Het is op sommige momenten echt behoorlijk aanpoten, maar daarover straks meer.
Het allerleukste aan mijn werk vind ik natuurlijk het contact met de kinderen. Hoe klein ze ook zijn, een baby van 10 weken oud of een bijna-peuter van bijna twee, je merkt heel sterk dat ze allemaal hun eigen karaktertje hebben, met ieder eigen dingen die ze wel of niet fijn vinden. Daar werk je ook naar. Bij ons staat het kind, ieder kind als een eigen individu centraal, daar is onze hele pedagogische visie omheen gebouwd. Alles doen we met het kind als middelpunt. Dat wil overigens niet zeggen dat we kinderen volstoppen met snoepjes omdat zij dat zo graag willen, maar wel dat we rekening houden met de behoeften van elk kind. Wat heeft een kind nodig om zich bij ons wel te bevinden en wat heeft een kind nodig om zich bij ons te kunnen ontwikkelen?
De vertrouwensband tussen de kinderen en ons vind ik ook zo mooi om te zien. Ik kan er enorm van genieten dat kinderen direct op schoot willen kruipen zodra ik even bij ze op de grond zit. Dat de kinderen gaan ontdekken, en zich ontwikkelen, maar daar soms wel onze hand bij nodig hebben. Ook de interactie tussen kinderen onderling is mooi om te zien. Hoe kinderen zelf een conflict op proberen te lossen (zelfs onder de twee jaar al), hoe een wat oudere dreumes vertederd een baby aait, hoe zelfs ook de allerkleinsten al met elkaar begaan kunnen zijn, als er een kindje gevallen is en/of verdrietig is. Maar ook hoe kinderen ondeugende streken kunnen uithalen, samen kunnen spelen, samen kunnen ontdekken, gebiologeerd kunnen zin door dat kleine insectje wat ze buiten gevonden hebben... Noem maar op.
Minder leuk vind ik de hoeveelheid administratie en andere bijtaken die bij het werk komen kijken. De schoonmaak van de groep komt bijna volledig voor onze rekening, en moet gewoon onder werktijd gebeuren. Aan het eind van de dag komt er een schoonmaakbedrijf die de vloeren dweilt en de wc's schoonmaakt, maar verder is alles onze eigen taak. Alleen al het speelgoed moet minimaal eens in de week grondig schoongemaakt worden. Het is soms lastig daar tijd voor te vinden zonder dat het ten koste gaat van de kinderen. Meestal neem ik dat op woensdag op me, dan is het een rustige dag, en 'helpen' de oudste dreumesen mee. Ik ga dan het hele lokaal door met een sopje en zij mogen met een nat doekje (uiteraard gewoon water, zonder sop) meehelpen schoonmaken. Geweldig dat ze dit vinden!
Ook hebben we veel administratie. Plaatsingspapieren, kinddossiers, allergielijsten, observaties, allerlei lijsten die in gevuld en bijgehouden moeten worden voor de GGD, noem maar op. Het hoort erbij maar levert wel een hoop extra werk op. Alle kinderdagverblijven in Nederland staan onder strenge controle van de GGD, er zijn veel regels waar we aan moeten voldoen. Alles moet in de puntjes kloppen, van de brandveiligheid tot aan de kleinste administratieve handelingetjes aan toe. Ook zijn er zeer strenge regels over hoeveel kinderen je maximaal op een groep mag hebben, en hoeveel pedagogisch medewerkers daarvoor nodig zijn. Dat alles is niet heel vreemd natuurlijk, want we hebben alleen al op het kinderdagverblijf per dag de zorg over zo'n 60-70 kinderen en daar kunnen natuurlijk niet genoeg regels voor gelden. Soms komt er iemand van de GGD langs voor een onaangekondigde controle. Die persoon gaat dan alle groepen langs om te kijken of alle regels nageleefd worden en stelt vragen aan ons als pedagogisch medewerkers. De GGD is bevoegd om kinderdagverblijven te sluiten als er na meerdere malen waarschuwen niet aan de regels wordt voldaan, dus het is belangrijk te zorgen dat alles altijd tot in de puntjes klopt en de kennis van alle medewerkers helemaal in orde is.
Zo hebben we ook strenge leidster-/kindratio waar we aan moeten voldoen: hoeveel kinderen mogen er maximaal op de groep aanwezig zijn bij hoeveel medewerkers. Die aantallen hangen af van hoe oud de kinderen zijn. Hoe jonger de kinderen, hoe meer verzorgend je als pedagogisch medewerker bezig bent. Op de babygroep, bij kinderen van 0-2 jaar hanteren wij de volgende aantallen:
* bij 5 of minder kinderen: 1 PM'er
* bij 6 tot 9 kinderen: 2 PM'ers
* bij 10 tot 12 kinderen: 3 PM'ers
Op de peutergroep werkt dit als volgt:
* bij 7 of minder kinderen: 1 PM'er
* bij 8 tot 14 kinderen: 2 PM'ers.
En bij de verticale groep als volgt:
* bij 6 of minder kinderen: 1 PM'er
* bij 6 tot 12 kinderen: 2 PM'ers
* bij 12 tot 15 kinderen: 3 PM'ers.
Heel soms willen buitenstaanders nog wel de vergelijking maken met een oppasbaantje. Een beetje oppassen op een groep kinderen, leuke dingen doen... Maar het gaat natuurlijk veel dieper dan oppassen. Het werk in de kinderopvang is met vlagen zwaar. Je tilt veel, moet je erg bewust zijn van je houding. Daarnaast houd je de hele dag door verschillende schema's aan, want naast het algemene dagritme en eet- en drinkschema dat voor de grotere kinderen in de groep geldt, heeft op een babygroep elk kindje natuurlijk zijn eigen slaapritme en hebben de allerkleinsten hetzelfde eetschema als wat ze thuis ook hanteren. Je moet dus goed je hoofd erbij houden.
Wat trouwens een grappig contrast is, is dat veel ouders dan ook weer bij ons aangeven respect voor ons te hebben en dat ze ons werk nog geen dag vol zouden houden, met al die kinderen om hen heen.
Verder kom ik zelf niet echt vooroordelen tegen. Ik merk wel dat ouders wat huiveriger zijn voor mannen in de kinderopvang, zeker na het hele gebeuren met de Amsterdamse zedenzaak. De regels in de kinderopvang zijn na het bekend worden van de zedenzaak erg aangescherpt, zo mag níémand in de kinderopvang werken voordat je een verklaring omtrent het gedrag hebt ingeleverd. Daarnaast is landelijk het vier ogen-beleid ingevoerd, wat inhoudt dat we bewust moeten omgaan met sociale controle van collega's onderling, collega's moeten aanspreken op ongewenst gedrag. Daarnaast moeten de groepen transparant zijn, denk aan bijvoorbeeld veel ramen, zodat je ook zichtbaar bent voor andere collega's als je alleen op de groep staat.
Wat veel mensen niet weten is dat veel kinderopvangorganisaties niet alleen kinderen opvangen, maar ook erg bezig zijn met ontwikkelingsgericht werken. Wij observeren alle kinderen eens per jaar, rond hun verjaardag, om te kijken waar ze op dat moment in hun ontwikkeling staan. Die bevindingen bespreken we met ouders in een voortgangsgesprek. Omdat wel buiten de observaties om ook veel met de ontwikkeling zijn, komen eventuele bijzonderheden, achterstanden of voorsprongen vrij snel aan het licht. Deze bespreken we altijd met ouders. Vaak kunnen we daar zelf als pedagogisch medewerker goed op inspringen door af en toe wat meer passende activiteiten aan te bieden. Bijvoorbeeld, als een dreumes bij ons op de babygroep overduidelijk meer uitdaging nodig heeft, dan proberen we regelmatig wat meer peutergerichte activiteiten aan te bieden. Of, een kindje dat motorisch wat achter loopt, proberen we met wat gerichtere activiteiten te stimuleren. Mochten we serieuze zorgen omtrent de ontwikkeling van een kind hebben, gaan we hierover altijd in gesprek met de ouder. Soms heeft een kindje dan meer baat bij bijvoorbeeld logopedie of fysiotherapie. En daarnaast hebben wij de beschikking over een pedagogisch coach die het kindje kan komen observeren, om ons tips en handvaten te geven.
Daarnaast heeft mijn werkgever een aantal jaar terug een methodiek ontwikkeld waarbij medewerkers leren veel bewuster om te gaan met ontwikkelingsgericht werken. We hanteren zeven ontwikkelingsgebieden, en leren om de kinderen per ontwikkelingsgebied te observeren en waar nodig te stimuleren. De zeven ontwikkelingsgebieden zijn:
* de emotionele ontwikkeling;
* de sociale ontwikkeling;
* de cognitieve ontwikkeling;
* de motorische en zintuiglijke ontwikkeling;
* de morele ontwikkeling;
* de taal- en communicatieve ontwikkeling; en
* de creatief expressionele ontwikkeling.
Het is een hele leuke, interessante manier van werken waarbij je veel bewuster leert kijken naar waar een kindje nou eigenlijk mee bezig is, en hoe je je eigen houding daarop aan kunt passen zodat een kind daar ook iets van leert, zelf iets ontdekt.
Een leuk voorbeeld wat mijn collega en ik een tijdje terug hadden: wij hadden op internet een activiteit gezien waarbij een groep van kinderen van ongeveer 2,5 confetti op een laken legden, allemaal een rand van dat laken pakten en het laken op en neer mochten bewegen zodat de confetti door de lucht vloog. Wij wilden dat wel eens met onze oudste kinderen op de groep proberen, de kinderen van 20 tot 24 maanden oud. Natuurlijk wisten we van te voren al dat de kinderen een stuk jonger waren en het waarschijnlijk minder soepel zou verlopen dan bij de oudere kinderen op internet. Dat gebeurde inderdaad ook, binnen de kortste keren lag het laken ergens opgefrommeld in de hoek, de grond bezaaid met confetti en hadden de kinderen de grootste lol met door de confetti kruipen, rollen, rennen, en de confetti in de lucht gooien. Op zo'n moment besluiten we mee gegaan in de belevingswereld van het kind, we kijken wat de kinderen doen en proberen daarin mee te gaan.
Uiteindelijk moest alles natuurlijk opgeruimd worden, we haalden een prullenbak tevoorschijn en vroegen de kinderen te helpen met opruimen. Achteraf een behoorlijk onduidelijke boodschap van ons, want wat gebeurde er: De kinderen begonnen alle confettisnippers één voor één op te rapen en in de prullenbak gooien. De kinderen gingen dus vrolijk aan de slag, ze deden exact wat wij vroegen. In zo'n situatie is de methodiek van het ontwikkelingsgericht kijken een leuke om je eigen manier van communiceren onder de loep te nemen. Want met opruimen bedoelden wij natuurlijk hele handen vol confetti in de prullenbak gooien, terwijl de kinderen deze boodschap heel anders hebben vertaald.
We maken jaarlijks ook een aantal opdrachten, gericht op het kritisch kijken naar de verschillende ontwikkelingsgebieden, van situaties die zich voor hebben gedaan op de werkvloer. Gewoon kleine, simpele situaties, waarin we bewust opschrijven hoe wij gehandeld hebben en op welke manier wij de kinderen gestimuleerd hebben en wat voor effect dat had op het kind. Door middel van ouderavonden, foto's, nieuwsbrieven whatsappcontact (wij hebben een algemene smartphone waarmee wij ouders, die daarvoor getekend hebben, regelmatig een foto of filmpje whatsappen), en de dagelijkse overdracht naar ouders, maken wij dit ontwikkelingsgericht werken ook zichtbaar voor ouders.
Eigenlijk kan ik nog wel úren verder vertellen over m'n werk. Het liefst zou ik jullie gewoon allemaal een dagje mee laten draaien om zelf te ervaren hoe leuk het is, maar dat gaat natuurlijk niet. Ik hoop dat ik jullie door middel van dit stukje een globaal beeld heb kunnen geven van het werken op een babygroep. Mochten jullie meer willen weten, dan hoor ik dat graag van jullie!
____________________________________________________________________________________________________
Benieuwd naar de andere delen uit deze rubriek?
Deel 1: Docent basisonderwijs en student gymopleiding
Deel 2: Verpleegkundige spoedeisende hulp
Deel 3: Medewerker grand cafe
Deel 4: Volg je hart en maak van je passie je baan
Deel 5: Orthoptist
Deel 6: Actuaris
Deel 7: Projectmanager