Hobby & sport rubriek #14: Duiken
Al heel lang heb ik een aantal dromen: De wereld rondreizen, mijn motorrijbewijs halen, liefst mijn vliegbrevet voor helikopter (wat waarschijnlijk nooit gaat gebeuren) en mijn duikbrevet halen.
Ik ben al jaren echt een waterrat, ik vind het heerlijk om te zwemmen. In 2009 ben ik in Spanje gaan snorkelen, waar er onder ons gedoken werd. Dat leek me zo gaaf!
Mijn vriend is niet zo’n waterrat, maar wilde het uiteindelijk ook wel proberen. We kwamen hierover in gesprek met iemand bij ons uit de wijk en wat bleek: hij is duikinstructeur, bij een zwembad bij ons om de hoek!
Zo gezegd, zo gedaan: vorig jaar september hebben we een proefles gevolgd en we waren allebei (ach, ik was het eigenlijk al) om; we zouden ons duikbrevet gaan halen!
Ik heb besloten dit stuk te schrijven omdat ik zelf inmiddels een fanatiek duiker ben (in de zomer minimaal 1x per week in het buitenwater) en merk dat er verwondering/verbazing heerst als je tegen iemand vertelt in Nederlandse wateren te duiken.
Maar waarom heb je een duikbrevet nodig?
Vooraf zul je misschien denken: ach, met een tankje lucht onder water een beetje rondzwemmen, dat moet toch iedereen kunnen? In theorie zou dat ook wel kunnen ja, maar duiken is een risicosport. Zonder gedegen opleiding heb je geen idee van alle “gevaren” die er bij duiken komen kijken en kun je daar onder water, als het moet, dus ook niet op inspelen.
Je kunt bij verschillende organisaties een duikbrevet halen. Zo is er Padi, wellicht de bekendste organisatie, maar je hebt ook bijvoorbeeld SSI, IANTD, CMAS en NOB, maar er zijn er nog een stuk meer. Onze vereniging is aangesloten bij de NOB, de Nederlandse OnderwatersportBond.
Kosten zijn verschillend, afhankelijk bij welke organisatie je je brevet haalt: de ene is commerciëler dan de andere. Ons brevet kostte meen ik €70 en dan nog iets van €30 voor ons cursusboek.
Wat voor brevetten zijn er?
Er zijn verschillende brevetten om te behalen, die bij de verschillende organisaties grotendeels op hetzelfde neer komen. Ik houd me bij de beschrijving aan de brevetten van de NOB.
-1*. Bij dit brevet mag je zelfstandig duiken met een buddy tot 20 meter diepte.
-2*. Met dit brevet op zak mag je dieper dan 20 meter, je mag in de nacht duiken, in stromingswater
-3*. Met dit brevet mag je onder bepaalde voorwaarden duikers in opleiding begeleiden. Je leert ook meer over decompressie etc.
-4*. Dit brevet is eigenlijk een verzameling van specialisaties
Specialisaties: je kunt je voor bepaalde omstandigheden specialiseren, zoals:
Goed onder water kunnen navigeren
Het onderwater leven kunnen herkennen
IJs-/Grot-/Wrakduiken maken
Decompressieduiken maken
Ik heb inmiddels mijn 1* brevet (bij Padi heet dat Open water diver) op zak, evenals mijn vriend. Inmiddels hebben we samen ook al een aantal duiken gemaakt en dat was erg leuk!
Waar kun je duiken?
De meeste mensen kennen het duiken van het buitenland: de mooie, heldere plaatjes vanaf duikstekken in bijvoorbeeld Egypte of Bonaire. Wij zijn daar helaas nog niet geweest, staat zeker op de planning. Wat veel mensen niet weten, is dat er in Nederland ook genoeg plekken zijn om te duiken!
Daarbij heb je in Nederland ook nog verschillende soorten wateren: zout en zoet water. Alle plekken zijn weer anders, dus bij elke keer dat je te water gaat is het weer een verrassing wat je tegen gaat komen.
Zout water
In Zeeland kun je te water in onder andere het Grevelingenmeer en in de Oosterschelde. Omdat die laatste meest stromingswater heeft, zijn wij daar nog niet - op de “Bergse Diepsluis” na- te water geweest. We willen volgend jaar beginnen met de 2* opleiding, waarbij we in stromingswater (ook wel getijdewater genoemd: je hebt last van hoog en laag water waar je rekening mee moet houden) gaan leren duiken en dus ook in de Oosterschelde terecht kunnen.
In het Grevelingenmeer kun je onder andere terecht bij Dreischor, Scharendijke en Den Osse/Nieuwe Kerkweg.
Kaartje Zeeuwse duikstekken
Ook op de Noordzee kun je duiken, maar omdat je hier echt in getijdenwater duikt kunnen wij dit nog niet. Ook liggen er op de bodem wrakken waar je naartoe kunt duiken, maar die specialty kun je pas volgen met een 2* brevet. Daarbij ga je op zee ook niet “met bodemcontact” geleidelijk dieper maar “in het blauw”: dit wil zeggen dat je recht naar beneden afdaalt in plaats van vanaf de kant over de bodem geleidelijk dieper te gaan.
Zoet water
Ook in zoet water kun je prima duiken. Zo kun je terecht in veel verschillende plassen die Nederland rijk is, zoals de Vinkeveense plassen, de Haarlemmermeerse Bosplas, Kempervennen.
Alle duikstekken zijn variërend in diepte, waardoor er meestal voor alle duikers wel een mooie duik te maken is.
Maar wat zie je dan tijdens een duik?
Dit is echt een veelgestelde vraag door niet-duikers. Het antwoord: Als je pech hebt, helemaal niets. Soms is het zicht zo slecht, dat je minder als een halve meter voor je ziet. In Nederland wordt er veel met lamp gedoken, maar zelfs die kan je op zo’n moment niet helpen. Ik heb 1 duik gemaakt met mijn vriend, waarbij we een buddytouw (een touw wat je om je pols draagt en wat een letterlijk lijntje tussen buddy’s is) gebruikten maar elkaar niet zagen, zelfs elkaars lampen niet.
Maar gelukkig is dat niet altijd zo. Ik heb nu een kleine 20 duiken genoteerd waarbij ik bij genoeg duiken heel veel gezien heb! Vaak hebben we een meter of 5 zicht, waarbij je wisselend leven tegenkomt.
Zo heb ik in Zeeland onder andere krabben, kreeften, zeedruifjes, kwallen (iewl), een galathea, hooiwagens en een sepia gezien. Omdat de bodem heel glooiend en flink begroeid is, kun je vaak ook onder begroeiing en in holletjes kijken of er leven in zit.
Kreeft uit een hol:
In zoet water kom je eerder vis tegen: ik heb al snoeken, snoekbaarzen, baarzen, palingen, zoetwaterkreeften en een meerval gezien. Deze dieren kunnen meer dan een meter groot worden!
Een meerval:
Naast vissen kun je ook nog objecten tegen komen, die er bewust of onbewust zijn gekomen:
Wrakken: op verschillende duikstekken zijn expres schepen (bijv. Le Serpent, Scharendijke), Bussen (bekend op Zandeiland 4 van de Vinkeveense plassen), auto’s (Haarlemmermeerse bosplas) afgezonken zodat je er bij kunt kijken. Hier willen ook wel vissen op/onder/in zitten.
Reefballs: dit zijn ballen van beton met gaten erin. Ook hier vestigt zich leven.
Onderwater parcours: In de Toolenburgerplas is een heel onderwaterparcours: diverse attributen zijn afgezonken waar je kunt kijken.
Losse attributen: in Vinkeveen staat een wipkip, ik ben wel eens een stoel tegengekomen en je hebt op diverse plekken kleine bootjes, bomen, autobanden etc.
De bus van Vinkeveen:
Reefballs:
Natuurlijk is het grappig om bij die objecten te kijken, maar ik vind het veel leuker om “in het wild” het leven tegen te komen. Laatst dook ik in de Toolenburgerplas en nadat we 15 min de meerval hadden bekeken (die zie je niet zo vaak!) en door zwommen zag ik bij het rondkijken met mijn lamp ineens een reflectie: bleek er een grote snoek op de bodem te liggen. Later kwamen we ook een baars tegen waar ik op scheen maar mijn buddy niet: die scheen op de kleine visjes zodat de baars kon jagen! Gaaf gezicht.
Ik heb nu al een aantal keer gehad dat ik vooraf al nadacht over het leven wat ik zou kunnen tegenkomen en ik heb nu 2x (met de sepia en de meerval) gehad dat ik dacht toen ik hem zag: Oh, dus dát is een ..!
Wat heb je eigenlijk nodig om te duiken?
Omdat je onder water wilt gaan, zonder de hele tijd boven te komen om lucht te happen heb je een fles met lucht mee. Dit is geen zuurstoffles, maar “perslucht”: de “gewone” lucht wordt samengeperst in een fles. Als je fles leeg is na een duik kun je deze bij duikwinkels laten vullen.
Om uit een fles te kunnen ademen heb je een automatenset nodig:
Een slang met mondstuk waar je uit ademt
Een reserveslang met mondstuk, ook wel octopus of ALV (alternatieve luchtvoorziening) genoemd. Deze heb je mee voor als je eerste mondstuk het niet doet of als je buddy, je duikmaatje, zelf problemen heeft met zijn/haar lucht en dus graag jouw lucht wil delen.
Een manometer: een meter die aangeeft hoeveel bar lucht er nog in je fles zit
Een dieptemeter: deze meet -het woord zegt het al- hoe diep je bent
Een kompas: zodat je ook weer terugkomt waar je begonnen bent.
De laatste 3 dingen kom je in verschillende uitvoeringen tegen: analoog of digitaal. Ik duik zelf met een “Cobra” van het merk Suunto. Deze geeft in een computer aan hoeveel lucht ik nog heb, hoe lang ik al duik, hoe diep ik ziet, hoe lang ik nog kan duiken, of ik niet te snel omhoog ga en hoe diep ik ben geweest. Het kompas zit er bovenop.
Suunto Cobra:
Elke duiker heeft een voorkeur voor spullen, zo heb ik de meter met een slang aan mijn automatenset, maar ik ken ook duikers die analoge meters of een zender op hun set hebben en een computer om hun pols dragen.
Maar met een fles en een automatenset ben je er niet. Zo heb je ook iets nodig waarmee je je fles en set kunt vervoeren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een trimvest, ook wel Stabjack of BCD (Buoyancy Control Device). Ook heb je semi-wings en wings.
Trimvest:
Op dit “vest” maak je je fles vast. In het vest kun je lucht blazen, waardoor je aan de oppervlakte blijft drijven, maar ook op diepte ervoor kunt zorgen dat je niet op de grond terecht komt. Het verschil tussen een trimvest, Semi-wing en wing zit hem erin waar de lucht die je erin blaast blijft: bij een gewoon trimvest zit het rondom, bij een wing alleen op je rug. Hierdoor heb je een ander drijfvermogen.
Naast een trimvest, fles en automatenset gebruik je nog zwemvinnen, een duikbril (Let op, je kunt niet met alle brillen duiken!), soms een snorkel, een lamp en een duikpak.
Dat duikpak is weer afhankelijk van de omstandigheden waarin je duikt. In tropisch water zul je met een dun (kort) pak, zo’n 2-3 mm dik, toe kunnen, waarbij je in Nederland met een “dubbel 7” (een kort pak - shorty- over een lang pak, 7+5 mm of 7+7 mm dik) moet duiken omdat het anders te koud is. Buiten de warme tijden kun je evengoed duiken in Nederland, maar omdat een dubbel 7 dan te koud is, wordt er dan gedoken in een zogenaamd droogpak: een pak waarin je droog blijft tijdens het duiken en waarin je - doordat je er lucht in blaast - ook warm blijft.
En last but not least: Lood. Omdat je lichaam een groot drijvend vermogen heeft, een neopreen pak ervoor zorgt dat dat vermogen nog groter wordt, heb je lood nodig om onder te kunnen komen en blijven. Afhankelijk van je pak, je fles, je lichaam etc. heb je een bepaalde hoeveelheid kilo lood nodig.
Het lood kun je meenemen aan een loodgordel, een soort riem, maar het kan ook in de zakken van je trimvest.
Wat is verder belangrijk?
- Duiken met een buddy. Er zijn wel duikers die alleen duiken, maar als er iets gebeurt onder water waardoor je niet boven kunt komen heb je een groot probleem.
- Materiaalcheck. Bij het opbouwen van je setje doorloop je altijd een aantal stappen om te checken of alles nog goed werkt, of je genoeg lucht mee hebt en of je alle spullen mee hebt. Als je jezelf hebt voorbereid doe je ook nog een buddycheck: je checkt aan de hand van een andere checklist of je buddy alles mee heeft en of er niks verkeerds / in de war zit.
-Check de stek: waar ga je duiken, hoe ziet de stek eruit? Waar mag je wel en waar mag je niet komen?
Op sommige stekken duik je naast het vaarwater van boten of naast visvakken.Vanzelfsprekend mag je daar niet komen! Maar bijvoorbeeld in de Vinkeveense Plassen heb je een afgezet stuk waar je kunt duiken, daar mogen geen boten komen. Daarbuiten (het is er een meter of 8 diep, soms minder, soms meer) mag je best duiken, echter, als je een opstijging wilt maken moet je rekening houden met dat er bijv boten kunnen komen!
Wat zijn de risico’s?
Zoals eerder gezegd zijn er risico’s verbonden aan het duiken:
Doordat je onder druk duikt (elke 10 meter neemt de druk met 1bar toe!) neemt je lichaam ook meer stikstof toe. Als je rustig opstijgt (niet sneller dan 10 meter per minuut) heeft je lichaam de tijd om het opgenomen stikstof kwijt te raken. Als je langere tijd diep duikt (dieper dan 8 meter) wordt het aangeraden om even te stoppen tussen de 3 en 6 meter diepte: 5 minuten lang een veiligheidsstop maken om de kans op decompressieziekte nog kleiner te maken. Deze stop wordt aangeraden, niet verplicht dus als je echt problemen hebt kun je evengoed meteen naar de oppervlakte.
Er zijn richtlijnen voor hoe lang je op diepte mag blijven zonder dat je een decompressiestop moet maken. Dit heten nultijden. Als je buiten je nultijden duikt (dus langer beneden blijft) moet je een stop maken om je stikstof kwijt te raken. Als je buiten de duikvakken duikt kun je in aanraking komen met andere watergebruikers.
Je kunt vast komen te zitten:
Als je een verdwaalde fuik of vistuig tegen komt
Als je aan duiken met een “fysiek plafond” doet. Hier vallen wrak-/grot- en ijsduiken onder: als je een probleem hebt kun je niet meteen naar boven omdat je een plafond hebt.
Wat kun je nog meer naast recreatief duiken?
Je kunt technisch duiker worden, dus je meer toeleggen op wrak/ijs/grotduiken, maar je kunt ook voor je beroep duiker worden, dit kan onder andere bij de marine. Omdat ik daar geen verstand van heb zal ik daar ook niet verder op ingaan.
---
Benieuwd naar de andere delen van deze rubriek?
Deel 1: Wakeboarden
Deel 2: Pole Fitness
Deel 3: Bordspellen
Deel 4: Tafeltennis
Deel 5: Ballet
Deel 6: Bootcamp Instructeur
Deel 7: Snowboarden
Deel 8: Synchroonzwemmen
Deel 9: Geocachen
Deel 10: Rock n roll dansen
Deel 11: Autopuzzelritten
Deel 12: Moto-Gymkhana
Deel 13: Agility