Rubriek W&S #2: Verpleegkundige op de S.poedeisende Hulp
Half acht in de ochtend. De start van een nieuwe werkdag op de Spoedeisende Hulp waar ik werk. We drinken een eerste kop koffie in de teampost. De dag begint rustig voor ons, we hebben nog geen patiënten. Wat de dag ons zal brengen is altijd weer een verrassing. Op de Spoedeisende Hulp is het hollen of stilstaan en staat de dag in het teken van klein leed, van groot verdriet of van een combinatie. Het enige wat je zeker weet is dat je van te voren nooit weet hoe je dag eruit gaat zien.
Half negen. Inmiddels is de werkdag in volle gang. Ik vang een zieke man op, die door de ambulance binnen is gebracht. Hij heeft hoge koorts, koude rillingen en een erg bolle buik. Enkele dagen daarvoor is hij gestart met antibiotica vanwege een blaasontsteking. De medicijnen slaan niet aan en de man wordt snel zieker. Ik prik twee infusen, neem bloed af, geef vocht en antibiotica via het infuus en maak een snelle en pijnloze scan van zijn buik. De scan geeft aan dat er ruim een liter urine in de blaas zit, dit verklaart de bolle buik. Een blaaskatheter biedt de oplossing, dus deze breng ik in. Geen prettige handeling voor de man om te ondergaan, maar hij knapt er zichtbaar van op. De man wordt uiteindelijk in het ziekenhuis opgenomen met een ernstige bloedvergiftiging als gevolg van een blaasontsteking.
Een vrouw wordt binnengebracht door de ambulance, ze is niet meer aanspreekbaar na het innemen van een overdosis pillen. De vrouw, ze lijkt eerder een meisje, is uitgebreid bekend bij de GGZ. Ze wilde niet meer verder leven en heeft daarom zoveel mogelijk pillen ingenomen. Een korte blik op de overdracht van de arts geeft een leven weer dat gekenmerkt wordt door mishandeling, harddrugsverslaving, prostitutie en Borderline. In opdracht van de intensivist geven we een medicijn wat de werking van de ingenomen pillen kan doen ontkrachten. De vrouw schiet gelijk in een Cold Turkey: acute ontwenningsverschijnselen. Wanneer ik nogmaals haar papieren bekijk, zie ik dat we slechts negen dagen schelen in leeftijd. Ik loop de kamer uit en prijs me gelukkig met het leven dat ik leid.
Een jongetje van vier zit op de schoot van zijn oma. Tijdens de vakantie in Frankrijk is hij gevallen en sindsdien blijft hij last houden van zijn elleboog. Het jongetje is verdrietig, hij vindt het helemaal niet zo leuk in het ziekenhuis. Er wordt een foto van zijn arm gemaakt en ik haal ondertussen een klein cadeautje voor hem. Cadeautjes doen wonderen en het ziekenhuisbezoek lijkt ineens een stuk minder erg en eng. De elleboog blijkt uit de kom te staan. Het jongetje mag in eerste instantie weer naar huis, hij zal later een oproep krijgen voor een operatie. Hij krijgt van mij een mitella om zijn arm en met het gekregen vliegtuig stevig in zijn handje weet hij niet hoe snel hij samen met oma het ziekenhuis moet verlaten.
Half elf, tijd voor een kop koffie en een broodje. Of toch niet, er wordt een reanimatie aangekondigd. Dit zet alle verpleegkundigen en artsen op scherp. Het reanimatiesein gaat uit, waardoor verpleegkundigen van de Intensive Care en Cardiac Care Unit worden opgeroepen voor ondersteuning. De kamer waar de patiënt zal worden opgevangen wordt klaargemaakt voor gebruik. Binnen no time staat de kamer vol met professionals om deze patiënt hopelijk te kunnen redden. De patiënt wordt binnengebracht door de ambulance. Het is een jonge vrouw van begin dertig. Ze is met de auto te water geraakt en kon er niet meer zelf uit komen. Daarnaast blijkt ze zwanger. Tijd om bij dit drama stil te staan is er niet, we gaan gelijk over tot actie en vechten voor haar leven. Reanimeren, infusen prikken, beademen, röntgenfoto’s, echo’s van haar hart en van de baby, alle medisch noodzakelijke handelingen worden uitgevoerd. De vrouw is door de ambulance al langdrug gereanimeerd, geïntubeerd en aan de beademing gelegd. Ze gaat uiteindelijk in slechte conditie naar de Intensive Care. Zij en haar ongeboren kindje zullen het niet redden, zo blijkt later.
Na de opvang zit ik vol met emoties. Onbegrip, verdriet, boosheid. Waarom is er zoveel ellende in de wereld? Waarom gebeuren zulke dingen? Veel tijd om er langer bij stil te staan is er niet, de afdeling ligt vol en er moet nog veel gebeuren. Straks, als de dienst er op zit, zullen we met zijn allen koffie drinken en napraten over deze jonge vrouw.
Na snel een broodje te hebben gegeten zie ik twee meiden van rond de 20. Ze zijn net in de stad komen wonen, om te gaan studeren aan de Hotelschool. Nu zijn ze met hun auto aangereden door een andere auto en klagen allebei over pijn in hun nek. Ook al zijn deze meiden zelf binnen komen wandelen, nekklachten na een ongeluk nemen we altijd serieus. Ze zullen de eerste niet zijn die lopend bij ons binnenkomen en met een gebroken nek de afdeling weer verlaten. Zo gebeurt het dat deze meiden een paar minuten later allebei op een brancard liggen, met hun nek in een nekkraag, zodat ze deze niet meer kunnen bewegen. Samen op één kamer, dat wel. Een beetje giechelend en toch ook een beetje zenuwachtig ondergaan de meiden de serie röntgenfoto’s die gemaakt worden. Gelukkig valt het allemaal mee en na een uurtje lopen de meiden al giechelend de afdeling weer af, zonder nekkraag.
De ambulance brengt een man binnen die met zijn vingers in een machine terecht is gekomen. Zijn duim is halverwege geamputeerd en ligt in een bakje met ijs bij de man op schoot. Snel werken is in dit geval van belang: Hoe eerder men kan opereren, des te meer kans dat de man mét duim verder door het leven kan. De man zit in over zijn duim, maar nog meer over het jubileumfeest, wat over een aantal dagen voor hem gegeven wordt omdat hij veertig jaar bij de baas is. Kan hij hier wel bij zijn of ligt hij dan nog in het ziekenhuis? De operatie slaagt en de duim is weer een geheel. De wijs- en middelvinger blijken ook ernstig beschadigd, alle pezen en botten waren doorgezaagd. De tijd zal leren wat deze man weer zal kunnen met zijn hand. Zijn 40 jarig jubileum heeft hij, met een verbonden hand, gewoon kunnen vieren.
Er wordt nog een traumapatiënt aangemeld. Een jongen van 17 jaar, die tijdens de sportdag van school in ondiep water is gedoken. De jongen klaagt over nek- en rugpijn en heeft geen gevoel in zijn linker lichaamshelft. De jongen wordt geplankt binnenbracht: nekkraag en platliggend. Totdat we zeker weten dat de jongen geen letsel heeft aan nek of rug, blijft hij in de nekkraag liggen en mag hij zelf niet bewegen. Helaas heeft deze jongen minder geluk, er blijkt een nekwervel gebroken. Gezien de mogelijke complicaties die hierbij kunnen optreden wordt de jongen per ambulance overgebracht naar een academisch ziekenhuis. Een operatie en langdurige revalidatie is wat deze jonge jongen te wachten staat.
Vier uur. Mijn voeten doen pijn, mijn hoofd zit vol. Onze dienst zit er op. Tijd voor een kop koffie en het evalueren van de dag. Elke dag weer een moment van besef dat je gelukkig mag zijn met wie je bent en wat je wel of juist niet hebt.
Ik kleed me om en loop de zon in.
Zomaar een dag...
Ik werk nu ruim vier jaar als verpleegkundige op de Spoedeisende Hulp. Een wereldbaan. Na aan de HBO-V te zijn afgestudeerd ging ik werken in het ziekenhuis waar ik ook als leerling verpleegkundige heb gewerkt. Toen ik na twee jaar uitdaging begon te missen en er een vacature vrijkwam op de SEH heb ik gesolliciteerd. Ik werd aangenomen en zo ging mijn droom in vervulling. Na een aantal maanden op de SEH gewerkt te hebben, heb ik de opleiding tot SEH-verpleegkundige gedaan. Deze opleiding duurt anderhalf jaar. Ik vond het ontzettend leuk om weer te studeren, om weer dingen te leren en uit te diepen en nieuwe inzichten te krijgen.
Tot op de dag van vandaag ben ik blij met mijn baan. Trots ook, het is geen doorsnee baan. Je moet stressbestendig zijn en van uitdaging houden. Het is over het algemeen hard werken en er is lang niet altijd tijd om normaal koffie te drinken of te lunchen. Het onverwachtse aspect vind ik leuk, je weet van te voren nooit hoe je werkdag eruit gaat zien. Daarnaast is het ontzettend veelzijdig, je komt alle specialismen en ziektebeelden tegen. Deze diversiteit houdt het leuk.
Het liefst houd ik me bezig met acute, levensbedreigende casussen. Hierbij word je ontzettend geprikkeld tot nadenken, verbanden leggen en er wordt een groot beroep gedaan op je kennis en vaardigheden. Ik houd ervan om met artsen mee te denken over een diagnose en behandeling. Ik wil geen doorsnee verpleegkundige zijn maar kunnen meedenken, meepraten en meebeslissen. Daarnaast houd ik van het contact met de patiënten en hun naasten. Bijna iedereen komt onverwachts op een Spoedeisende Hulp terecht. Dit zorgt soms voor heftige emoties, waar je als verpleegkundige voor open moet staan en mee om moet kunnen gaan.
Ik heb in de afgelopen vier jaar heel veel patiënten, ellende en leed gezien. Dat gaat je niet altijd in de koude kleren zitten. Er zijn casussen die je nooit meer vergeet. Wanneer een jong iemand ondanks jouw inzet sterft, dan is dat heel heftig. Zulke situaties moeten een plekje krijgen. Ik kan er over het algemeen goed mee omgaan maar het is belangrijk om als team voor elkaar klaar te staan en open te staan voor ieders emoties. Mijn vriend is ook werkzaam in de acute zorg en bij hem vind ik altijd een luisterend oor en begrip.
Gelukkig is het niet alleen maar leed en verdriet wat ik meemaak. Ik heb ontzettend fijne collega’s met wie ik veel plezier heb en ook patiënten staan vaak open voor grapjes. Het kan hun leed vaak net een beetje verzachten. Er vloeien soms tranen, maar gelukkig wordt er ook veel gelachen!
Ik zou nog heel veel meer kunnen en willen vertellen over mijn baan, maar ik ben bang dat jullie dan af gaan haken, dus ik laat het hierbij. ;)
Tegen iedere (beginnende) verpleegkundige die een baan op de Spoedeisende Hulp ambieert, wil ik nog zeggen: Ga ervoor, het is de mooiste baan ter wereld!
____________________________________________________________________________________________________
Benieuwd naar de andere delen uit deze rubriek?
Deel 1: Docent basisonderwijs en student gymopleiding
Deel 3: Medewerker grand café
12 mei 2018 - Lieve J, little hero!