02 Feb 2014 23:44 door Parisienne
N. vroeg naar mijn papa en mama. Mijn ouders zijn gescheiden, hebben beiden een nieuwe partner, zijn voor N. allemaal evengoed opa en oma. Het gesprek voelde aan alsof ik bij een therapeut zat, met N. als therapeut. Met haar benen over elkaar en handen gevouwen zat ze voor me. Het ging ongeveer zo:
Ik: "Opa .. is mijn papa, oma ... is mijn mama. Opa ... en oma ... hoorden bij elkaar toen ik nog klein was."
N.: "Maar opa ... hoort toch bij oma ...? En oma ... hoort toch bij opa ...?
Ik: "Ja, nu wel. Toen ik klein was niet. Toen woonde ik samen in een huis met opa ... en oma ...
N.: "Wat is er gebeurd?"
Ik: "Nou, opa en oma vonden elkaar niet lief genoeg meer. Ze zijn toen apart gaan wonen.
N.: "Ach, wat zielig!"
Ik: "Ja, jij vind het zielig. Vond ik ook toen ik klein was.
N.: "En toen? Wat gebeurde er toen?"
Ik: "Toen ontmoette opa ... oma ... Daarna ontmoetten oma ... opa ... Die werden toen heel verliefd op elkaar. Iedereen was zo toch gelukkig.
N.: "Eind goed, al goed.
-denkpauze van N.-
N: "Ik snap het. Opa ... is jouw papa en oma ... is jouw mama.
Ik: "Juist, klopt helemaal!"
N.: "En ik ben heel gelukkig dat ze niet meer samen zijn, want nu heb ik een extra opa en oma, weetje! Eind goed, al goed!