Ik werk in de gehandicaptenzorg met cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag en veel psychiatrische problematiek.
Leuke kanten zijn:
- De humor. Zowel van cliënten (hoog niveau) als collega's.
- De diversiteit. Geen dag is hetzelfde. Elke dag is het weer aanpassen aan behoeftes en mogelijkheden. Wat zelf niet lukt vul ik aan.
- Niet zozeer leuk, wel mooi; het herpakken van het 'gewone leven'. Door de gedragsproblematiek zijn veel van de bewoners jarenlang geïsoleerd geweest, omdat men niet wist hoe om te gaan met de agressie. Door de behandelmethodiek worden mooie resultaten behaald op verschillende leefgebieden. Ik zet mij zelf in op het gebied werk/dagbesteding en daar behalen we echt successen. Zo mooi om te zien wat dat doet met het zelfbeeld!
- De flexibiliteit. Ik werk onregelmatig en daardoor is het heel makkelijk om een keer een dag vrij te krijgen o.i.d.
- Scholingen. Ik hou er van!
- Mezelf leren kennen
Was in het begin niet leuk want ik ben mezelf echt tegen gekomen, dit werk vraagt echt om heel veel zelfreflectie en dat is niet altijd makkelijk. Maar nu achteraf vind ik het wel echt een mooi proces geweest en ben ik ook blij met waar ik nu ben en hoe ik daar nu in sta. Het blijft een leerproces, ik denk dat ik nooit raak uitgeleerd, maar nu kijk ik daar ook echt wel naar uit (Zo, zweefteef hier!).
Minder leuk:
- De agressie. Het is er niet dagelijks, maar het komt voor en goed heftig ook. Ik heb altijd wel ergens krassen of blauwe plekken en vind het ook stom als ik een keer geen heel oude kleding aan heb en het wordt kapot gescheurd.
- De huishoudelijke taken. Schoonmaken, wassen, vaatwasser 30x op een dag vullen en leeghalen. En soms als ik dan met alleen maar mannelijke collega's werk dan merk ik dat die taken toch vooral op mij neer komen en dat vind ik irritant (spreek ik ze dan ook altijd wel op aan).
-Salaris is niet erg hoog voor de risico's